Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken
t Perses
Dit blad verschijnt Zaterdags
Van Huyborgan naar Pontianak.
Zaterdag^ 24 April 1926
boven uit de vuurtoren, die nu aan
de varenden op zee bij nacht tot
steun dient met z’n lichtende koepel.
Vroeger leefden daar in stille afzon
dering de monniken, die, evenals
nu de vuurtoren z’n werkelijk licht
uitzendt, vroeger hun geestelijk
licht over de menschen uitzonden.
Maar de revolutie kwam; de monni
ken werden verdreven. Doch steeds
nog blijft ’t oude klooster aan de
voorbij varenden getuigen, dat daar
eens woonden mannen van gebed,
die door hun werken ’n lichtende
vuurtoren waren voor op de we
reldzee verdoolde zielen, evenals nu
heden ten dage de vuurtoren aan de
reizigers tot steun en hulp is, om
tot ’t doel hunner reis te komen
Kaap St Vincent. Heerlijk voor-
i wen. 1.
die kaap voorbij, dan zoiv’t voor ons
Nolleke stond hevig verschrokken
op, bibberend alsof ie voor ’tgerecht
stond. Zoo had ie Jaan nog nooit
gehoord.
«Schiet oe schoenen aan! Ier
is oewe jas. Veruit, want mid ’nnen
dief wik nie getrouwd blijven. Dan
zal de pustoor mijn wel ’nnen dienst
geven ik ben fesoendelijk ik
ben eerelijk!”
Nolleke gehoorzaamde heel ge
dwee, trok z’n schoenen aan, schoot
in z’nne Zondagsche jas, Jaan trok
de grendel van ’t voordeurtje, en
21 ste jaargang fco 17.
2e Brief.
Vrijdag morgen ongeveer 10 uur
passeeren we ’t eiland Quessant.
Door de mist was er niet veel van te
zien. Daarenboven werd ’t weer ook
wat onrustiger, *n slecht vooruit
zicht om daarmee de befaamde Golf
van Biskaje in te gaan.
Van nu af ook gingen we verder
van de kust af, zoover dat ook bij
helder weer geeu land moer te be
kennen was, voor gisteren den 29st011
Maart toen we weer voor ’t eerst
heel in de verte, heel vaag de om
trek van Kaap du Roca konden
zien. Gedurende al dien tijd hebben
we veel last gehad van ’t schomme
len. De eerste dag reeds in de Golf,
verscheen van ons religieus gezel
sch ip, bestaande uit tien personen,
maar twee, zegge twee heele men-
schen aan tafel, te weten ’n zuster
van Etten en mijn persoon, ’k Zei
nog tegen die zuster. We zullen ’ns
zien wie van ons ’t langste volhoudt.
De geheele dag ging ’t verder goed
met me. ’k Kwam telkens nog aan
tafel maar heelemaal in orde was ’k
toch niet en den volgenden dag ’s
avonds moest ik toch ook van tafel
weg. ’k had er me tegen in gezet,
zooveel ik kon, maar moest ’t op
den duur toch opgeven Niet dat ik
nu zoo erg zeeziek was, maar binnen
werd ’t me toch benauwd, vooral in
de eetsalon, ’k Heb toen boven op
*t dek m’u maal maar laten brengen
Abonnementsgeld f 1.25 per half
jaar. (bij vooruit betaling)
Zoolang men het abonnement niet
opzegt worit men geacht abonné to
5 ijn.
door Br. Switbertus (P.Gulickx) verdwenen. De overigen
Congr. Huybergen. o—--
a/b S. S. Patria, Zondag, Palm
zondag.
Vele passagiers verschenen-ook niet
aan tafel, meer dan de helft was
l waren, op
enkele uitzonderingen na, allemaal
menschen, die reeds voor de derde
of de vijfde maal de reis meemaak
ten. Alles tezamen genomen heb ik
dus tot nu toe nog heel weinig last
gehad van de zeeziekte, vergeleken
bij ’n paar zusters of dames, die
reeds van de eerste dag af tot nu toe
op bed liggen en nu bij 't voor anker
liggen in Tanger pas voor ’t eerst te
voorschijn kwam.
29 Maart Maandag
We passeeren ongezear vier uur
’s avonds Aaap Vincent, na weer 'n
heele tijd niets gezien te hebben dan
water en nu en dan ’n schip, ’n En
kele maal zagen we ’n afdeeling
torpedojagers, negen in getal, ’t I uitzicht ook voor ons Waren
beter worden. We kregen dan de
wind meer van achter, zoodat we
niet zooveel last meer hebben van
delinks en rechtscheschommelingen
Tóch is de zee bij storm wel prach
tig, zwartblinkend vloeibaar mar
mer, met doorschijnend groene
schuimkoppen, te mooi om te be
schrijven-
Ook de Pater had die morgen en
ook den dag van te vo'ren reeds veel
hst gehad van zeeziekte. Was in ’n
paar dagen niet aan tafel verschenen
Hij durfde dan ook geen H Mis te
doen Verder ging ’t sbhip, de golven
doorklievend, recht op de eerstvol
gende haven aan. Pas den volgen
den morgen zouden we Tanger be
reiken om ’n uur of zes.
Dinsdag 30 Maart.
Om vijf uur reeds uit de veeren.
stallen was. Daar stond ie stil hij
ging liever honderd keer te biechten
as ier bij Neeven, bij Neeven-
Zouen z’al aan t’ voeieren zijn Ja,
’t bietenloof was weg en in den stal
brandden lantaarns. Zou ie ’t doen
Of teruggaan en tegen Jaan zeggen
dat ie ’t gedaan had? ’n Jaar
pacht zou ie willen betalen, as ie d’r
af was. Waarom had Jaan ’m z’nne
Zondagsche jas aangetrokken
nou kon ie nie zeggen, dat ie ’t uit
erremoei gedaan had, uit erremoei?
Tegen Neeven zeggen, dat ie ’t er-
remoeig had.
Toch, ondanks z’n warrellende
gedachten-strijd liep ie voetje voor
voetje ’t erf op, langs de rij leeg
staande melktonnen en juist toen ie
op de deur kloppen wóu, kwam
Neeven d’r uit, liep 'm bijna omver:
«Hé? Watte? Zijde gij daar?
Durfde gij óe pooten ier nog in uis
de te zetten?
Prijzen der advertentie’s Minstens
5 regens 75 et. Elke regel meer 15 ct.
Advertentie’s dikwijls herhaald en
bij contract prijzen bij overeenkomst.
We moesten n. 1. wat vroeger zijn
met de godsdienstoefeningen. Het
was te verwachten dat de passagiers
allen vroeg ter been zouden zijn en
omdat wij van de damessalon eerste
klas gebruik maakten moesten we
voor dien tijd opgeruimd zijn en
klaar met de II. Mis
Wat ik nog vergeten heb te zeg
gen. Ik fungeer op ’t oogenblik
zoo’n beetje als koster, wat daarin
bestaat, dat ik alles klaar zet voor
de H. Mis, de pater wat help bij’t
aankleelen, wat eigenlijk niet noo-
dig is, en dan ook nog alles opruim
als de H. Mis geëindigd is.
Zes uur. We waren reeds verdwe
nen uit de damessalon. Reeds waren
we de rede van Tanger binnengeva
ren en dadelijk zou 't anker uitge
worpen worden. Van de wal uit
kwam reeds’n bootje op ons schip
at. Dichterbij gekomen bleek ’t ’n
bootje met kooplieden te zijn. Echte
joden zijn die lui, ten minste, wat
hun marchandeeren betreft. Dade
lijk hebben ze gezien met wie ze te
doen hebben en als je niet oppast
zetten ze je af dat ’t klapt, ’n Groo-
te mat wordt op ’t dek uitgespreid
en al hun koopwaar wordt daarop
uitgestald. Meest zijn ’t kussens of
of tassen van leer, dat echt Marro-
kaanache leer. Schrik niet van de
prijzen. Voor ’n kussen vragen ze
3 a 4 P. St. (40 - 50 gld.) Wij d’r
naar toe. Veel te duur natuurlijk.
We lachten hem uit, omdat ie zoo
veel vroeg (daar kunnen ze best te
gen hoor) en boden acht schilling
(tl. 4 80-fl. 5) ’n Beweging of we
g- k waren was ’t antwoord en we
gingen naar’n ander, ’n Half uur
Dat was ’n slag die Nolleke deed
duizelen en stamelend, half-huilend
als ’n kind, kwam ’t er uit:
Neeven ik Jaan ee ge-
zeed aa dak mak asteblief ver
giffenis vragen?”
De groote, krachtige, weldoor
voede heereboer was ’n paar stap
pen teruggegaan, wees met z’n vin
ger naar binnen
«Gaat er in!”
Nolleke slofte koud van angst
voor wat volgen zou, de breede ka
mer in, waar de hooge kast met
koperen handvatten stond, waar
onder de breede schouw de hammen
hingen, waar de prachtige oud-Bra-
bautsche klok zoo langzaam tikte.
Neeven deed de deur stijf dicht en
zei langzaam, ieder woord aandik
kend
«Gij moes oe eigen oe oogen
uit oewe kop schamen. Bijkans 60
jaar, ’nne grijze kop en dan «stelen”
was mooi om te zien hoe kalm zè
voorbijdreven, precies op dezelfde
afstand van elkaar en heel langzaam
om niet te veel kolen te verbruiken
Heel in de verte schemerde kaap
St. Vincent door de dunne mist heen
Langzaam aan werd ze duidelijker,
we stevenden er recht naar toe.
Dichtbij gekomen, d. w. z. op ’n
goeie duizend mater afstand konden
we met de kijker duidelijk de rots
waarnemen. Bijna steil opschietend
uit de woelige, schuimende zee ver
heft ze zich ’n 70 honderd meter
boven de waterspiegel, bruin en
groen getint, met vele regenplooien
voren en spleten, door ’t regenwater
uitgespoeld, of dwars er op de vele
inkervingen door de golfslag veroor
zaakt. Roven op de voorüitstekend-
ste punt, wit als de reihe onschuld,
’n oud klooster witte muren en daar
Maar ’t moes ’t moes anders
ging hij ’t spinuis in en Jaan liep
weg, dan was ie geelegans gerinne-
weerd.
As Neeven ’t perses bij Wouters
terug wou laten alen, kwamp er
niks van. Maar da was nog de vraag
As ie ’t nie dee, had ie vur niks
vergiffenis gevraagd. Hij stapte zon
der iets te zien van alles om zich
heen, den keiweg op.
Vergiffenis vragen hoe moes ie
da nou doen? Jaan had lekker lullen
as ze nou nog meegegaan was, dan
had zij kunnen beginnen te praten
As ie es terugging om ze te halen?
Maar da dierf ie ook nie. Van Jaan
was ie nou bèkant net zoo bang as
toen stond ie in ’t donker buiten van Neeven en bij Neeven was ie
voor z’n armzalig gedoeike. nou ’t dichtste. Hij kon aan den
Vergiffenis vragen-vergiffe- voorkant al zien, dat er achter al
nis vragen aan Neeven. Hij had nog veul licht brandde. Hij liep de spij-
liever errepel vur errepel terugge- len van ’t hek langs, de buukedreef j
bracht naar den akker. in, waar dn breede inrij naar
BAARL’S
I
UWS- EN ADVERTENTIEBLAD
ÜKUKKEK-UlTGKVlGh
OJEEJU A T JTVaLJEC«»
6
KillWimiiniSIWSMMMmiMMMIM—«MHM WIT IM—MMM—
■MwsaMMWMMMMaBMMnaMMKas*.,, 3-
i
4