1
Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken
ijdel.
Weekblad voor
t Perses
21 sh jaargang 12
aterdag 20 Maart 1926
m
blad verschijnt Zaterdags
Schipper zijn.
stap?”
I
ie’t nie doet?”
d’r uit trekken?”
ker
ijver en
I
y.
B a»* Z..<=»A
DKUKKBlK-VlTGEVKh
Verbeeld U dit eens Nu -.
precies zoo zal 1 et den kiemen
knoeier te moede zijn erger nog
misschien! Want een kinderhartje
M immer» I is gewoonlijk heel wat fijnvoelende»
-• 1 - zx
ÖchVom moeder zet uw secure
netheid bij het kleuterke op dit ge
bied maar een flink eind op zij Ze
ker ik geef grif toe de kiemen
moeten netheid leeren maar
met mate. Overdrijving m deze
richtig is ’n vorm van ijdelheid.
storen, baat nem ™u ,v.—.6— M,is- dat op moeders bevel
banketbakkerswinkel oprichten J vreemd, n mag versbhij-
en ai. hij dan «u^k, m. eerb kturigj( goklsed
modderd snuitje U zijn heeil’j^kapt} zai heel gauw haar kopje
ijdel omhoog steken en met minach
tend rimpelneusje neeizien op een
smoezelig vriendinnetje.
Wordt vervolgd.
4 1
Binnenshuis zat Nolleke tegen- I
over Jaan met z’n boterham twee
dikke sneejen rogge en ’ui"'’’
voor ’m op tafel, den elleboog op
den rand steunend te eten,
petrolielichtje tegen den
penden dag te vechten stond Ze zei-
eo niets, ze zeien nooit iets tegen I
elkaar, dat waren ze al jaren zoo
gewoon. Ze spraken alleen als t
n°En nu wïs ’t noodig, hoog noodig
dacht Nolleke:
„’k Zal prebeeren om er n
tientje af te krijgen voor ’t komen
de jaar.”
„Vragen kosniks.
„En as ie ’t nie doet?”
«Dan doet ie ’tnie.
„En as me d’r uit trekken?
„Makkelijker gezeed as gedaan
waar wilde gij intrekken?
„Boereknecht speulen is beter
terwijl I op. Hij lichtte even z n pet van
aanslui- I hoofd maakte ’n kruis, ëin8
d Ze zei- schop van den balk boven C
d Z z’nne kop halen, liep ’t houten hek- I
j0 bij de frambozenstruiken door,
begon aan’t-.
grond z’n stuk spurrie om te
Hij spuwde droog m J
schoot de schop als ’n venijnige me
talen tong den nuchteren grond in
De herfst hemel, klaar en frisch
als van teer parelmoer, stond nu
hoog boven z’n hoofd en op en
zandweg langs Neeven zn stallen,
Zftg ie den stoet van koeien voorbij
deinen, geluidloos, totdat opeens de
koeier melancholisch z n galmend
geroep door den morgen stootte:
S „Alleejelouweloeje! Komd n biet-
Nu wil ik het dezen keer eens met nioe(jige levensvreugde uitvieren,
hebben over de kleine ijdeltuitjes, Zq moeten kunnen springen en
die als een pauwtje zoo fier stappen fetoeien en rollen en ravotten naa
over de straatdie de licht- hftrteluBt, Wat geven ze bij hun s toen
zinnige hoofdjes vol ijdele gedach- dartel spel om mooie g
ten hebben. Neen! In dit artikeltje ^leederen? Ze dénken er nog
wil ik schrijven over de groote ijdel- aan. Al hun gedachten c„.-
tuiten, die hun ijdelheden helaas. ren ze Op het heerlijke spel, v
o zoo dikwijls botvieren bij hun „^gelijke vlekken of scheuren he
kinderen. ben ze werkelijk geen tijd-
Over de ijdele volwassen dus, die Zoo ig nu eenmaal het kind. Go
over kleinen te gebieden hebben. i
„Geef mij zusje even mee! vraagt g
de bezoekster, dan kan zij de beloof-
de bloemen voor U ineens mee te
rne nemen”.
„Hé, ja,” fleemt zus die het graag
doet.
Doch moeder monstert met cn-
tisch oog zusje’s uiterhjk Het
schortje is nog netjes! Wel met meer
hagelwit en glanzend gestreken,
maar toch nog netjes Voor
een kleine wildebras als zus is, dus
nog zeker voldoende. Maar de dwa
ze ijdele moeder schudt het hoofd
zóó mag zus met mee! Hoe overJ
vmi toch! Welke volwassene begrijpt
niet, dat kinderen gerust nu en dan
een I
Zelfs voor
der is-
nietje heel den
te houden. Tenminste, waar
deren „kind” mogen zijn. 1
waar ze niet heele uren i
hoeven te zitten, om
jurkje
er
onnatuurlijkheid
-klein kleutermeisje, o zoo
pasjes” en'opgetrokken neusje stijf
jes aan moeders hand stapt.
waar dat is geen m-
jongen, die in zijn
Abonnementsgeld f 1 25 per half
jaar. (bij vooruit betaling)
Zoolang men het abonnement niet
opzegt wordt men geacht abonne te
vijn.
Prijzen der adverlentie’s Minstens
5 regens 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Advertentie’s dikwijls herhaald en
j bij contract prijzen bij overeenkomst.
klappen: pats! pats! ’n Massa
- - - ’n hmlpartij.
is gewoonlijk het tragisch einde
zoo’n flensjes-bakkefij.
ook de grievenenste onrecht vaar
digheid tegenover den kleinen bak-
k Verbeetd U dat U met allen
-i groote zorgvuldigheid een
werk gedaan hebt en dan als dank
een brom en oorvijgenpartij opliep
je bij me koeie alkejelou!”
J Nolleke achtte’t niet de moeite
waard er naar te luisteren. Hij zou
hard afferceeren, dan was ie tegen
Koos Schraven. Ke-
i een stuk machine, beet I te
Te* Hinkende schop de schelden
kop koffie gaan vragen om wera.V 1 -:g zaud van de vochtige korst.
eboog op dan vrat ie liever Gerrit z nne m I b 1 gtap giüg ie terug nu en
g p I TT -z n net van z u l kiompen schoonschra- 1
Gerrit I pend aan den bovenschop-rand; en
G toen om acht uur de brievenbestel
ler ’m van over de heg goel®u mof
t“ekid van ’t smalle lapje I pu^ud en ging I
tuk spurrie om te spitten I p, >n ernmer staan was i
in z’n handen, negen liep ie met z’n I
zondagschejas aan en z’n nieuwe
net op langs de boomen naar
Crreberg van Koos Schravem In z’n
netjes toegebonden in z n 1001e zak
doek, wist ie in klinkende specie, de
honderd-een-zestig guldens van de
PftKoos moes thuis zijn da wist ie
sekuur. Hij zou ’n glaske Gerste
drinken, want tegen negen ging de
De eerste stuurman va i^ het in
g. lukfa Nederlandsche stoomschip
„Alkaid” heeft aan p< rsman het so
bere verhaal van de redding van het
scheepsvolk door hef Duitsche
stmmschip „Westphaha” gedaan.
In het relaas van den geredden zee
man trof mij een zin en wel de vol
wil igers opgei oepen om een red
dingboot te bemannen.^Alle opva
renden boden zich aan.”
Geen uitzonderingsgeval. Neen de
geschiedenis van het zeewezen kent
acht-uursche mis uit en dan zagen
I z’m nie zitten geen man uoefde
z’n eigen d’r mee moeien. T.en ie
I Koos bezig zag met de biljart-ijueu-
I en af te wrijven, wist ie eerst nie wa
i Nnne goeie morrege!”
I „Ah Nolleke,-,op stap?
I „Zoo’n bietje!”
I B’t Begin van deege koud te
I te worren!”
I „Beter as dieje miest van gies-
teren!”
„Da’s glad genog. Gimmijn n
glaske Gesste.”
„Asteblief Nolleke.
Tom was’t met praten gedaan.
Koos het ’t bruine schuimende vocht
uit’tfteschje in’t dikke glas klok
ken en Nolleke stond heel verlegui
bij’t natte zink van de toonbank.
Wist ie nou maar hoe te beginnen
want ieder moment kos er iemand
binnenkomen. Koos liep naar achter
liet ’m alleen staan suffen. Der nou,
had ie ’s nou maar gevraagd Daar
kwam ie terug met ’nne borstel voor
de kleine ijdeltuitjes,
die de licht-
A ze knoei-
die flensjes bakt in het slijk,
1 t en een
schoon schortje aantrekt.
Maar moeder U hoeft n., -
niet schoon te houden! Laat
die schitterende
niet i oogen
concentree-
het heerlijke spel.
ben ze werkelijk geen tijd.
Zoo is nu Cw—
clank! En ieder verstandig ™was-
i seno begrijpt dit! Feitelijk 1. het een
ongeschreven 1
er gerust een I--
mag zien! Bijna had ik geschreven
moet! En zoo heel onjuist zou dat
ook niet geweest zijn! Nietwaar^:
ligt een waas van -
over een klein kleuienuO>DJv, -
keurig gekleed,, dat met deftige
pasjes en opgt--
jes aan moeders
waar dat is geen
pakje houterig over straat
en niet links of rechts durU -
uit angst, uit zijn <>n^r’8ï^^
te geraken. y-^-^rijk
kreukje of vlekje
is’het niet doenlijk, “haar deug- I “f^heurtje in zijn schortje of broek-
- de km- JQen aantal dreumesjes te, zorff^
1). w. z
i muisjesstil
kostbare
of heel den dag standjes en
zucht ze in wanhoop, als
broer, -v
voor de vijfde inoal afwascht
Maar moeder U hoeft s. d,“ wij ïolwassenen
ijn slijkpakje een uurtje
glanzende spelen. Kijk naar die schitterende
gla I oogen, die roode wangen, die vol-
I ijverige handjes! Kijk naar heel dat
gelukkige kereltje - en ge hebt den
moed niet zijn bakkerstalent te ver
storen. Laat hem een volledigen
als hij dan eindelijk, met een be-
"ATt'Sn’kWer do"S bro’m d^^oorli
wet dat een kleuter woord geen
oordLvan afkeuring siju. Neem
hem ook niet dadelijk mee naar de
pomp. Bewonder liever zijn kundig
heden en beloon hem door ’n stree-
ling en’n vriendelijk woordje. Hoe
weinig moeders die dit kunmn eeiblB
Meestal wordt de kleine smoezelige uari bi- New FüUUdland veron-
bakker met nijdig gebaar bij den J UnnmRe.hin
Sndscho 1 kraag.gegrom
"aaVw’Ö I aangedaan- En kijk „ueana! Schaam
zijn uuu.iuoiiv.u---- I V ater e ’n hmlpartij. Dat
mit o6Een bevzomjter of| j, et-trhtfisch einde van
beetje smoezelig mogen zijn? I bewoner van het goude
voor do ““I I “ijnSortje ofbroék- I
d"»g"«^ schoon More ^dor, di.^voor
een aanrai -
heeft, is het hartroerend met me een
00118. 1
„Ik kan ze niet schoon houden
dS ^BijZ wie? Bij Neeven? Da’s den
eenege, die nog manvolk bij zetten
Wloko Mi niks
N“’“’a™.Tn Ark - Sakerjuu! d.^blmk.ne
(IMS- eTaDTOTWIISBU'
seiiu wextv* r 3.