i
t
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken
De sleutels
Saterdag 6 Febr 1926
21 ste jaargang fou 6
Dit blad verschijnt Zaterdags
Hoe zalig als..
I
S
e
bedacht.
«Haal eens gauw vijf pond kip-
Zwierend met de boodschappen-
j naar de Gruyter,
dit karweitje vrijaf te
Prijzen der advertentie’s Minstenz
5 regens 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Advertentie’s dikwijls herhaald en
i bij contract prijzen bij overeenkomst.
ÜKUKKKR-U1TGKVKK
Abonnementsgeld f 1.25 per half I
jaar. (bij vooruit betaling) i
Zoolang men het abonnement niet
opzegt wordt men geacht abonné te
fijn. i
Haar 7
van tasch rent hij
1 na f'
krijgen.
De hoop is als alle dagen ijdel.
«Haal nu een mand hout in het
schuurtje”
I Het blije gezichtje verduistert al
Zal er nu weer geen half uurtje
overschieten voor dartel spel?
«Let nu op de baby. Moeder moet
even weg.
Met droef hartje wordter op baby
gepast. En als moedereindelijk weer
thuiskomt, smeekt een kinderstem
metje
«Mag ik nu niet heel even buiten,
moe? Heel even maar?
Doch moeder is van erg degelij-
ken stempel. Spelen is tijdverknoei-
en. En tijdverknoeien is uit den
booze. Waarom kan een kind van
den beginne aan niet leeren, zijn
uren nuttig te besteden?
Och wijze, degelijke moeder, als
ge nu maar woudt inzien, dat een
uurtje dartel spel allernuttigst en
allernoodzakelijkst is voorden dreu
mes
Waarom mag een klein jongetje
of een klein meisje niet een enkel
uurtje per dag zijn eigen lieve kin-
derleventje leven? Dat is toch hun
goed recht, dunkt me? Dan zijn ze
ook eons vrij van den dwang dien wij
volwassenen den kleinen zoo handig
aandoen! Dan kan hun gespannen
en, hoe ’t kwam wist-ie niet, maar
telkens ging ie weer vragen, hoe ’t
met broer ging en stikem wou-ie
dat’t kereltje nog een tijdje ziek
bleef. Heel langzaam kwam er toen
’n eigenaardige verandering bij
«Leeke”- Driemaal had-ie al aan ’n
tafeltje voor ’n café gezeten met een
groot dekselglas voor zich en ’n si
garet in z’n mond als-ie wist dat Jet
voorbij zou komen uit de naaischool
Z’n moeder probeerde telkens «Leo”
te zeggen. Hij was geen papkindje
meer, en ze moest bedenken, dat ’n
onderwijzer niet van één gulden zak
geld rond kon komenhij zou niet
weten, waarom hij zijn manchetten
niet plat mocht dragen, dat dejen ze
allemaal op school. Maar toch bleef
’t grootste gedeelte van den angst I
voor moeder nog bij «Leeke hangen i
Stikem had-ie ’n nieuwen hoogen
boord gekocht, om Zaterdags aan te 1
doen als Jet vroeger van naaischool i
kwam. In z’n kastje lagen twee zijen morgens
dassönlioht öfroöii 6ïi - 9
d»ed-ie ’s avonds stilletjes aan en de fiets met Jet ult g«w«9iti want m
«Hoe zaiig, als de jongenskiel
Nog om de schouders glijdt
Dan is het hemel in de ziel
En alles even blijd”.
Liesje komt in één galop van groeft om haar mond,
school thuis. Met een prentje! Denk 7
eens aan ’n prentje, dat ze
goed werk kreeg van
Haar hartje klopte in wilden, geluk
kigencadans Haar oogen schitteren eens.
Ze is de koningin te rijk af. Wat zeg t Maar Liesje slaat de handjes voor
ik? Ze is zelf een konininnetje, die J het gezicht, en schreit, als
aanklacht tegen moeder, die haar
kind heel niet begreep; die haar
kind nooit begreep.
«Zijn mijn kinderen beleefd en
netjes?” dat was het dwangbuis
waarin haar kleinen gekneld zaten.
Niet de kleinste overtreding werd
geduld.
Beleefd en netjes! ten koste
van kindergeluk en kinderillusie;
ten kost e van heel wat verbitterde
hartjes!
Beleefd en netjes! Zeker de
dreumesen moeten het leeren zijn.
Maar niet op bovenstaande manier,
’r manier, die in méér huisgezin
nen wordttoegepastdan ge vermoedt
Hoe zalig als de jongenskiel
Och arm
Ik ben bang, dat die peuters hun
zaligheid wel op kunnen. Ei dat de
hemel in hun zieltje een groot deel
verbittering is.
Nauwelijks is de kleine wildebras
uit school thuis of moeder heeft een
heel lijstje werkzaamheden voor hen
waarvan-ie de vier sleutels met den
grooten van z’n koffer altijd bij zich
droeg, was hij alleenheerscher. Daar
lagen klein» snuisterijen, kleine in
strumentjes en enkele boeken waar
van z’n moeder toch geen verstand
had. Daar was ook een laadje, waar
«Leeke” in de laatste twee maanden
iets verborgen had, waar z’n moeder
niet alleen geen verstand van had,
maar dat ze diep-verfoeilijk gevon
den zou hebben, dat was een laadje
met... minnebriefjes. Het leven van
«Leeke” was sinds twee maanden
van z’n moeder vervreemd. Eigen
lijk al ruim drie maanden, liep ie
met gedachten rond, waarover-ie,
voor geen maand extra salaris, met
z’n moeder zou durven spreken. Er
was een jongetje in de klas ziek ge
worden; dadelijk had-ie ’t ventje
naar huis gestuurd en was, na
schooltijd zelf bij de moeder aange
loopen, om te informeeren, hoe ’ter
mee ging. Dat jongetje had ’n zuster
onaires in het eiken-houten sleetje ’n meisje met blond haar en brui-
’n verjaardag cadeau. In dat kastje ne oogen, die altijd vragend keken
geestje zich eens heerlijk vermeien
in ongebondenheid. Dan kunnen ze
in dartel spel het evenwicht terug
vinden tusschen den geestesarbeid
en de lichamelijke vermoeidhei 1.
i Dan kunnen ze eens spinnen aan hun
gouden droompjes. Dan kunnen ze
ongestoord dwalen door hun too-
verlandja van kindergeluk! Dan
eerst zijn ze in waarheid kind!
Och dat iedere ouder dit toch
begreep! Ik heb werkelijk medelij
met die stumpers, die geen enkel
kwartiertje hun eigendom kunnen
noemen; die heel den dag onafge
broken gaan in het gareel der vol
wassenen.
Meen niei dat ik overdrijf! Ik ken
’n massa van die kleine tobbertjes,
die op dit gebied o, oo weinig kind
mogen zijn
«Maar de school neemt zooveel
tijd in beslag. En dan dikwijls nog
veel huiswerk. Er schiet geen vrij
uurtje over” klaagt moeder.
Mijn antwoord is er moet een
enkel vrij uurtje over schieten. En
voor de kleinere kinderen zelfs meer
dan ’u vrij uurtje. En bij verstandig
overleg kan dit ook In elk geval,
het moet! Het is noodzakelijk en
nuttig. Zeker de kinderen al moe
ten wennen aan de harde arbeidswet
Maar bij die dreumesjes hoeft het
werkelijk nog geen knellend juk te
worden waaronder zij gebuktfgaan.
Och, neen! Och, neen! Het harde
leven zal toch wel ingrijpen met
ijzeren vuist. Wij hoeven dat uur
waarlijk niet te verhaasten.
Arbeid op tijd ontspanning op
tijd! Dat is de ware weg!
Nietwaar; de herinnering aan de
kinderjaren moet ’n blijde zijn.
haaste zich zenuwachtig de trap al
zonder dat z’n moeder ’t zag Maar
de heilige rose, blauwe en lila brief
jes, ’t blonde haarlokje met ’t blauw
zijen strikje er om heen, lagen goed
achter slot in z’n mahonie kastje.
«Broer” bracht de briefjes mee naar
school, want thuis laten komen
voor heen riksdaalder! Al z’n moe
der al die lieve intieme zinnetjet las
die Jet zoo leuk op papier zette, de
beschrijving van hun plaatsje, waar
ze altijd heen wandelden en als ze de
zoenen ging optellen, die ze er in
schreef! Voor geen honderd, wat,
voor geen duizend gulden! Stel je
voor z’n moeder.zijn moeder met
j ’n brief van Jet in d’r hand. Jet, di»
f zoo brutaal verliefd kon schrijven!...
doen als Jet vroeger van naaischool i Leonardus had zich ’s Maandags
- -verslapen. Den heelen
blauw, die Zondagmiddag was-ie op ’n gehuur-
H
stoel «vertel me nu wat je me
zeggen wilde”. I D,
Daar staat het kleine meisje, met penvoer”,
hoogrood schaamkleurtje. Haar
hartje klopte heftig, doch nu
vernedering, ’n Weerspannig trekje hopend
Haar geluk is weg; haar rijkdom
voor is weg. Het prentje heeft zijn groote j
de juffrouw! waarde voor haar verloren. j
«Vertel nu”, noodigt moeder nog
Ze is de koningin te rijk af. Wat zeg i
heerscht over rekensommen en taal
werk. Immers ze kreeg een prentje
In haar geluksroes laat ze de
voordeur met een harden slag in het
slot vallen en zonder kloppen stormt
ze bij moeder binnen.
«Moe, o moe kijk toch eens...”
Doch moeder is met een veront
waardigd gezicht opgestaan. Ze luis
tert nietnaar Liesjes juichstemmetje
Ze ziet het stralend gezichtje en de
schitterende oogen niet eens. Ze
hoort alleen nog den harden slag der
dichtklappende voordeur- En... dat
onbeleefde kind stormt zoo maar
binnen, zonder kloppen. Foei, toch
En Lies moet met baar prentje
terug naar de gang, en de voordeur
o, zoo voorzichtig, zonder eenig
gedruisch sluiten. Ze moet haar
voetjes vegen op de kamerdeurmat
en dan netjes kloppen voor ze bin
nentreedt.
«Ziezoo,” zegt moeder zalvend,
terwijl zij voldaan over haar opvoe
dingsmethode, weer troont op haar
2
«Leeke’s” gansche leven, z’n bo
ven- e i onderkleeding, z’n eten (van
gehak hield-ie niet)z’n gulden
weekgeld, z’n opstaan en slapen
gaan, z’n kuip met lauw water,
groene zeep, en halfvuilen handdoek
Zaterdags in ’t keukentje, z’n wan
deling Zondags naar ’t bosch of naar
’t gratis concert, z’n rekeningetjes
van boeken en ’n enkel licht sigaret
je, alles, alles lag daar voor de wed.
de Veer «open en bloot”. Ze kende
d’r zoon van buiten en.... dacht ze
van binnen. Maar één brokje zelf
standigheid had «Leeke” zich ver
overd: z’n kastje op z’n kamertje,
’t Was een donker-mahonie kastje
met twee deuren en ’n la. Boven-op
stonden al z’n boeken over opvoed
kunde, plantkunde, natuurkunde,
fransch, stelkunde te pronk met
midden in de bruine Kramers-Dicti-
BAARL’S
BOWS- EN ADVERTENTIEBLAD
i
CMHaMMMKat'. itMMMMZlEBMMMMMMaiUWI—IZIIWII1 TtMWdW I1MMM
u.-