I
ANONCIADE
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstrèkeü
Zeventiende jaarg.^o 51
Dit blad verschijnt Zaterdags
i
j
Stille waters hebben diepe gronden.
2
I
A
Wordt vervolgd.
jevel nsd
Jblssfrioo
isbioo iib
.[is 79607 »9ib ÏJSsW ÏO £llbfiu8
•UMgiiws owv eq^i 7obno oeH
DKUKKEK-tJlTU* VER
JOI£ JOlVG-BAKIMHHfe3
Z
We hebben in onze taal eene schat
vaü spreekwoorden, die o, zoo veel
levenswijsheid in zich bevatten.
Toch zou er heel wat minder men-
schehjk leed geleden worden, als
die spreekwoorden niet zoo maar te
pas en te onpas werden gebruikt en
ook niet als immer onwrikbaar vast
staande waarheden werden be
schouwd.
De onbarmhartigheid van vele
spreekwoorden springt op ’t eerste
gezicht al in ’t oog
Als men b.v. steeds den stelregel
toepast: Geen koe wordt bont ge
noemd of er is een vlekje aan; als
men door dik en dun de waarheid
wil aantonen van: de apj >1 valt niet
ver van den boom, dan heelt <uan
zeer vaak groot physiek onrecht,
op z’n geweten. Ook zoo is het met
't spreekwoord, dat ik als titel heb
gekozen voor dit artikel.
Waarom ikjuistdeze spreekwoor
den uitkoos als niet geschikt om zoo
maar klakkeloos te worden gebruikt
terwijl er nog zoo vele zijn, die ook
in dit opzicht onder de loupe kon
den genomen worden, vind: z’n re
den hierin dat ze zoo dikwijls en
met zoo treurig gevolg misbruikt
worden bij de opvoeding.
Het spreekwoord: „stille waters
hebben diepe gronden” drukt in de I
opvoeding gebruikt, het volgende I
kan het ook wel. Doch alle gekheid
op zij; Julie, verwacht je je broer
spoedig”.
«Eiken dag, ik wilde dat hij me
bepaald zijn aankomst vooruit meld
de, maar dat kan hij niet: hij is nu
in Brussel”.
«Bij dien heer de Collaert”.
«Juist; wat schijnt die veel
Ze blijven staan, wachten af en
worden ze in het spel gehaald, dan
aanvaarden ze zonder protest de hun
aangewezen taak.
Sommige kinderen zullen weige
ren mee te doen en op ’u afstand
staan kijken of niets hun aangaat
Toch spreken voor den opmerk-
zamen waarnemer de oogen vaak
een geheel andere taal.
Oogenschijnlijk is het juist, afsof
het geheele leven aan die kinderen
voorbijgaat, zonder diepen indruk
op hen te maken.
Nu zijn er verschillende oorzaken
die te weeg kunnen brengen, dat
kinderen zich aan ons voordoen als
stillen in den lande.
Allereerst het physiek
Als een kind zooals men zegt
«iets onder de leden heeft” kan het
vaak mat en lusteloos schijnen en
apathisch door het leven gaan.
Bij tijdelijke afwijkingen zal men
gemakkelijk genoeg het verschil
met den normalen toestand kunnen
constateeren en dus direct aan on
gesteldheid denken. Dan is ’t ook
niet altijd ’n stil kind geweest, en
de ouders zullen dan ook vanzelf
wel hun toevlucht tot den genees
heer nemen.
Het kan echter ook ’n chronische
kwaal zijn, die ’t kind ondermijnt,
en vooral als de ouders zelf gezond
meer van den goeden ouden tijd,
toen er nog geen spoorwegen, geen
stoombooten
«Maar diligences en trekschuiten
waren, niet waar Nu, Julie, we
zullen ze aan haar overlafen en ons
houden aan den vooruitgang: in
boeken en in herinnering zijn al die
dingen heel mooi, maar niet in de
werkelijkheid. Leve het toekomstige
spoor van Boschdaal!”
«Vooral als hij Carlo meermalen
hier brengt’l.
“En als u dan dikwijls in Den
Haag komt, zeg ik ’t ook mee, tan
te”.
Mooi zoo, Annie, nn zijn we het
allen eens”.
De voorspellingen kwamen dezen
keer goed uit; ’t weer was en bleef
fraai; en de Zomer werd zoo aange
naam als eenigzins mogelijk op een
stil dorpje was, doorgebracht. Men
maakte tochtjes in het bosch, op
het water met de familie van den
burgemeester en den notaris, die
allen Annie kenden van den eersten
avond, dat zij daar was aang ko
men.
^asgaowb 2
mogaows «9 Tlisw fljot/sjhb
ST TfcMOQ HSd HOOV StTJSTTA ^11
J9IC Ui uHx.MaSAWaï
ss asm taaiag7<jT aj
naai^Iq ei naisvr bisdleniog eRov ui Mé®
loi u&vznomsv elk ei U
bied;
4
nen, alles voorspelde zoo’n aange
naam tochtje, maar helaas
«Toen kom de olifant met zijn
langen snuit, en blies een heele
straal water uit”.
«Dat is mooi gerijmd, tante, u
uit: «Stille kinderen moet men in deren voor wie de vergelijking met
de gaten houden; die hebben ze diep, afgronden volkomen opgaat,
i.„n /Jir.krwxo doch: ze zijn zeldzaamen bijna nooit
zijn e het van nature.
Ei zijn zooveel oorzaken, waar
door een kind stil en eenzelvig kan
schil len, dat men wel degelijk he;
kind z n karakter en z’n omstandig
heden moet kennen, alvorens he;
vern etigend vonnis uit te spreken.
H t kind bestudeeren, dus aan-
dacbtig z’n levensuitingenenlevens-
omsündigheden nagaan, ten einde
daaruit de te bewandelen weg bi
het rpvoedingswerk vast te stellen.
Nu is het eigenaardige dat juist
omd;it het stille kinderen zijn, we
weir.g houvast hebben aan hunne
eve suitingen, want die zijn zoo
ged-g.
ii<. kent ze toch allemaal wel, de
typen die ik bedoel. Stil en rustig
gaan ze huns weegs. Last heeft men
niet van ze. Zet men ze ergens neer
ze zullen er niet gemakkelijk uit
zich zelf vandaan gaan. Vraagt ge
ze iets, dan geven ze fatsoenlijk ant
woord doch meer ook niet. Ze zul
len niet op kinderlijke wijze uitwei
den over de een of andere zaak, ook
al interesseert die hun ook; nog
minler zullen ze uit eigen beweging
bet woord tot u richten. Bevinden
ze zich te midden van een groep
kinleren, die spelen, dan kijken ze
het spel soms vol belangstelling aan,
doei zullen niet zooals een spon-
ligt ver van ’t gewoel der wereld,
ver van alle drukte en geweld; tus-
schtn bosch en heide; dat alleen
gee’ter zoo’n bekoorlijkheid aan.
En dan zou het spoor er langs gaan
’tbisch vernield worden, en dan
dat heen en weer gaan naar het
station, foei....”
„O, de ader der poëzie is weer aan
’t vloeien Annie, vindt je dan een
diligence prettig? Vier lange uren
te fitten in een benauwde kast, tus-
schan eenige dikke boeren, of een
paar vuile jodinnen; vier uren lang
in le hitte of door de kou te rijden
lan^s een naakte hei. Neen,
prczaisch kunt ge mij noemen en
erg nieuwerwets op den koop toe,
mair ik moet bekennen, dat het
toppunt mijner wenschen zou wezen
door het spoor verbonden zijn aan
de groote wereld”.
,Tante, bij ’t naderen der vurige
slaag vliegt alle poëzie weg”.
>Die gaat toch al heen, kind en
dat spijt me genoeg, ofschoon de
poëzie mij altijd doet den Ken aan
de tien vogels m de lucht van het
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
MATHILDE (Malati van Java.)
21
«Hoe goed dat Carlo nog niet
vroeger gekomen is, wat had hij
anders gehad aan het modderige «juist; wat semjnt die veel van
Boschdaal?” zei Julie. j hem te houden;’t verwonderd me
«Hij had Italië op zijn gemak I wel. Carlo is een beste, brave, knap-
kunnen betreuren en terugwen-pe jongen, maar oogenschijnlijk zoo
schen”. I koud en stug, dat hij ieder afstoot
«Of’t daar niet regenen kan. An- doch zijn beschermer moet ook iet-
nie, Annie! wat vergeet je toch wat zonderling zijn”.
gauw de onaangename zijde van I «Weet u wel, tante, dat die mijn
iets datje bemint. Weetje nog dien I heer de Colaert een neef van mevrouw
morgen in Napels, toen wij zonder I Hardenberg is?”
parapluie in een open rijtuig zaten
en het zoo begon te regen als het
hier nooit gedaan heeft? Vond je
«Hoe kan dit zijn?”
«Dat weet ik nu zoo gauw niet;
maar toen ik klein was en dikwijls
dat zoo prettig?” I bij mevrouw kwam spelen, heb ik
«Neen, volstrekt niet, ’t Speet I hem eens ontmoet. Dat kan ik me
mij toen zeer, dat het begon te rege- nog goed herinneren.
«Ik wou dat het spoor hier langs
liep; dan kwam Carlo veel spoediger
hier”.
«O, foei, Julie, hoe kun je zoo iets
verlangen? Boschdaal vindt ik juist beroemde spreekwoord”.
zoo lief omdat het in de eenzaamheid 5 «Ieder zijn zin, maar ik houd
«Lui fciujibd
JW «een-jev >Lv-
,}j e\of. 1- «Bh trsj 1O0V ebodeu}}
°\oö .-.'Hu no [01 aailfgildobnoiöffe
jo «uSuiusioi-ioeifO (e
'D tiigJiV go aesoiflaeJ
Vai51 cem. rGgelS 75
Kleine advertenties, dikwqia tiejrlaald
prijs by overeenkomst.
achter hun elleboog”.
Een echte motie van wantrouwen
dus.
En 't gevolg is, dat die zooge
naamde stille kinderen, steeds min
of meer onwelwillend worden beoor
deeld bij wat zij ook zeggen of doen
Zijn ze stil en reageeren ze schijn
baar op niets dan zegt men: wat
heb je aan zulke dooie kinderen.”
Zijn ze een heel enkele keer eens
werkelijk wat drukker en spontaan
dan oordeelt men: «Zie je wel, ik
I heb ’t wel gedacht dat z’n (hare)
I natuur anders was. Nu kan je toch
dadelijk zien, dat dat stil zijn maar
’n pose is. Ik zal hem (haar) toch
I maar goed in de gaten houden.
En 't gevolg 't kind voelt
dïe onwelwillendheid, dat wantrou
wen en begrijpt niet waardoor het
dit verdient Het voelt zich miskend,
beleedigd zelfs, want al zegt men
het niet in zooveel woorden, het
kind weet dat z’n aard als huichel
achtig wordt gekenmerkt. En daar
door sluit ’t zich in zich zelf op,
wordt stug en ongenaakbaar, zelf
standig meer dan noodig is met
al de soms noodlottige gevolgen
daarvan.
Maar vraagt ge misschien: is het
dan niet zoo; zijn stille kinderen dan
werkelijk te wantrouwen
Ouders, zeker er zijn stille kin-
Abonnementsprijs
125cent per halfjaar.
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
;V
tiS
liwl
Ini 1
bw®
-ii—miiMi -nimi uiiiii --
taan kind doet, trachten mee te
doen.
S-✓ - - -un-—- T|
DOOR
NIEÜWS- EB ADEM®®
aallA .ei«k( af
"HÊ)! 818100 ÏÏTöeël
-