1
Weekblad voor Baarie-Nasau-Hertog on Omstreken
I
ANONCIADE
Dit blad verschijnt Zaterdags
Dansen.
Zeventiende jaarg, Ho 49
Zaterdag 9 Dec. 1922
dan
Wordt vervolgd.
DKUKRER-UTQEVER
Abonnementsprijs
125 cent per halfjaar.
(Bij vooruitbetaling,.)
Broofnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
iijKe punt oenanueien. in zunre ree- leent in net werk van
re quaesties is de vaak moeilijkste tall wat een jonge man behoort
maar veiligste weg toch de eenig-
verantwoordelijke.
Do kinderen hebben toch al zoo
veel leeftijds-moeilijkheden te over
winnen,
ten en nooit kunnen wij het verant-
noodeloos grooter maken. Een niet-
katholiek sohreefhierover; ’’daarom
verklaar ik voor lichtvaardig, licht-
zinnig en onverantwoordelijk, veel
van wat tegenwoordig in de nnvw
ding onzer jeugd plaats vindt
verontwaardigd wijs ik het af. als
ouders hun zwakheid willende ver
bloemen en verzekerende, dat hun
kinderen zoo braaf standvastig en
zoo onschuldig zijn, dingen goed
praten, die niet goed te praten
zijn. Ik heb een ernstige moeder
uit louter gemakzucht de steps hoo-
ren verdedigen, die alleen reeds op
historische gronden en uit aesthe-
tisch oogpunt onverdedigbaar zijn.
Terwijl toch diezelfde vrouw mij
moest toegeven, dat er in den over-
gangsleeftijd van onze jonge men»
schen zoo duizenderlei gevaren zijn,
juist voor die dubbeltjes-op-d’r-kant-
Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel IUoer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwijls herhaald
prijs by overeenkomst.
van bekwaamheid af, en dit alles
maakte haar tot Naatjes vriendin.
Ernestine’s gunst won zij door
den ernst, die op den bodem van
haar levendig karakter lag, door
haar degelijke, godsdienstige ge
voelens, door haar talent van voor
lezen en vlug schrijven. De piano;
j en preutsch. Daartegenover hooren
wij toch herhaaldelijk anderen,
l wier menschenkennis boven allen
twijfel verheven is, die blijk geven rieuwe dansen zijn:
van echt christelijk verantwoorde- te gevaren voor de deugd van de i Hier heeft
lijkheidsgevoel bij een ruimen blik j rouw!” En daaraan leveren
over „de wereld”, die echter j ele ouders hun kinderen roekeloos
met groote gestrengheid dit moei- j «ver! Met groote openhartigheid
lijke punt behandelen, in zulke tee- j iecht in het werk van Sylvanus
r K. i,/
maar veiligste weg toch de eenig- s ta weten) een dame hare bevindin-
j ?eu op bals en danspartijen wat be-
treft haar eigen gevoelens en ge
waarwordingen. Ik durf hier die lu-
waarbij wij hen helpen moe- gubre biecht niet neer te schrijven,
mu ou irjjn nHiuiHii wij uru voiiun- naar ter waarschuwing aan de
woorden als wij die moeilijkheden puders wél he' slot; „en niemand
vas er, die tot mij zeide: gij han-
;-elt en slecht!”
Uw kinderen ouders, zullen u
pis.scbien nooit zeggen, wat zij
‘’wterten np danspartijen,' hoe
zij zondigen, terwiji zij liggen in de
armen van wellustelingen, of althans
„verhitte” jongelui, maar gij moet
zplf zoo wijs zijn, dat zij na vreese-
lijke ervaringen niet u behoeven te
verwijten: gij hebt mij nooit ge.
zügd: dat moogtgij niet doen!”
En koevele kinderen, ja kinderen
zjn slachtoffers geworden van het
dmsvermaak, naar ziel en dikwijls
oï)k naar het lichaam! Van hoevelen
kon gezegd worden in letterlijken,
rreer nog in geestelijken zin, wat
Victor Hugo zeide van het 15 jarig
Spaansche meisje, aan wier nage-
daclitenis hij zijn „Fantomes” wijd
de: „Elle aimait trop le bal; c’est ce
Vervolg.
Zeer streng moesten weldenkende
Ouders nagaan, wat er na afloop van
de dansles geschied. En dan goed
toezien, waar en met wie de kinde
ren practisch hun danskunst gaan
beoefenen Zeker, het is een moei
lijk vraagstuk doch er hangt te veel
Vfttl de ziel onzer kinderen aan vast
dan dat wij er zoo lichtelijk over
kunnen denken. Want, voor iemand
die weet wat dansen tegenwoordig
is en wa) een kinderziel waard is,
moet,’o i. dit vaststaan: laat de kin
deren liefst nooit dansen leeren
Iemand, die echter meent zich te
kunnen verantwoorden (wat ge
wichtige gronden moet zoo iemand
toch wel hebben!) handelt tegenover
de ziel van zijn kind misdadig, zoo
hi; met alle vuuKiorgsmaatregeien
neemt. Dit alles klinkt streng
vooral vooral voor den onnaden
kenden wereldling en vooi’ de
ouders, die het zielemoordend
systeem huldigen: de jeugd moet
zich uitleven: ze zijn maar eens jong
Zulke oppervlakkige menschen, die
geen zieleleven ooit goed bezien heb-
benj die geen kinder-natunr kennen
en door hun kortzichtigheid het
nooit tot menschenkennis brachten,
die alleen maar, naar zij zeggen,
„de wereld” kennen; zulke opper
vlakkige menschen vinden de zoo
absoluut noodzakelijke zielzorg bij
het dansen misplaats, kleingeestig
Rsyersberg moest voor zaken een
reis naar Engeland maken en daar
hij zijn dochter niet gevoeglijk kon
meenemen, zou zij dien tijd bij Er
nestine doorbrengen. Ook Carlohad
beloofd eenige weken bij zijn zuster
te vertoeven; hij woonde nu te Rome
-,.„e E euzijn reputatie begouzich hoe lan-
die sedert Annie’s vertrek gesloten g<sr hoe meer te vestigen; het zou
was geweest, bracht onder Julie’s j dijs een aangename, prettige zomer
vingers weer tonen; zij kan niet zijn, maar ach tot nu toe liet het
improviseeren zooals Annie, ook prachtige jaargetijde zich nog
niet teekenen en schilderen als zij, j wichten, het bestond nergens anders
maar wat haar aan ingeboren genie dan in Annie’s verzen. St. Jan was
ontbrak, vergoedde zij ruimschoots al voorbij en nog alle dagen regen,
door hare talenten, welke een goede j alls dagen onweer, als de zon een
opvoeding ontwikkelde. Julie had wéinig begon te schijnen werden
zich met geheel haar hart gehecht snd hoeden en
aan haar, die de laatste dagen barer doph, nauwelijks
moeder had verzacht en Carlo of de lucht betrok. Eerst viel de re-
het licht zijuer oogen had gek met droppeltjes, dan met
teruggegeven. Annie was voor haar straomen neer en men kwam door
meer dan een vriendin en hoe meer
deze zich gemeenzaam en vertrou-
ter haar gevoel
Nu was het dus zomer; de heer
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
MATHILDE (Malati van Java.)
Rozen en doornen.
I.
Ernestine was in haar schik, ’t
was Zomer en zij had haar huisje
vol; voor een maand was Annie bij
haar gelogeerd; zij deelde met Julie
het kleine kamertje en al kon Rust
hof (zoo was in den laatsten tijd ’t
huisje gedoopt) met moeite vier vol
wassen personen bevatten, ’t ging
er niet te minder vroolijk en opge
ruimd toe. Anderhalf jaar waren
sedert den ongelukkigen winter in
den Haag voorbij gegaan; Julie was
goed thuis in Boschdaal en Ernestine
kon niet meer buiten haar; zij was
levendiger dan Annie, en zooals
Naatje zeide een veel beter huis
vrouw. Zij kon heerlijk koken en
was onuitputtelijk in allerlei nieuwe
brei- en haakwerken, ook in den
tuin legde zij wonder volle proeven
qui 1 a tuéa (zij hield te veel van
bal: dat heeft haar gedood).
De tegenwoordige daus-parfijen
der groot- zijn gewoonlijk hoogst gevaarlijk,
‘■■'“'t men rekening te houden
met de gevaren, die de omstandig
heden van het dansen medebrengen
en ook gevaren der „moderne” dan
sen op zichzelf reeds. Op de moder
ne dansen, dansers en danseressen
is veel toepasselijk van de ernstige
uitspraken van in deze bevoegde
menschen. „Het dansen, zegt Franc.
Petrarca, is een voorspel van de
godin Venus een aanhitsing tot
geilheid en ontucht en een uitspat
ting van vrijheid”. Neen, op vele
„partijen is hetgeen voorspel meer
godin Venus heeft er het hoo. s e
woord! Een voorspel echter van
hetgeen na het dansen gebeurt, bui-
t-jL dc zaal, in het duister is dit
da’nsen beslist. Cicero was al heel
streng: „geen verstandig of nuchter
mensch zal dansen tenzij hij te vo
ren dwaas of een gek wordt; want
het dansen is een makker van alle
schandelijke, onbetamelijke en on
tuchtige vermakelijkheden, in wd|
ke men God en het geweten rter e
maagdelijkheid kwetsten wegwerpt
Onze goddelijke Verlosser, de
beste Kenner van het mensch zijn:
„doch ik zeg U: dat wie een vrouw
aanziet om haar te begeeren alreeds
overspel in zijn hart met haar
daan heeft”. En durven gehuwden
dan nog vooral „moderne”
dansen met „vreemden” aan?
morgen heerlijk en schitterend op,
de planten in den tuin, nog nat van
den regen, waren als met diamanten
bepareld, het gras was nog wel nat,
doch alles scheen een moeien dag
to voorspellen.
„Neen”', zei Annie, „’t zal niet
lang duren; ’t is een mooi? morgen
en anders niet”.
„Dat geloof ik niet” riep Jullie,
„jij denkt altijd het ergste; ’t zal
goed weer blijven, dat zult ge
zien”
En tot staving harer woorden riep
zij de meening in van Naatje en van
twee boeren, maar allen verzekerden
dat het dezen keer voor goed verj
anderen van weer was.
„Nu des te beter”, sprak Ernes
tine. „Zullen we spoedig het vaar
wel aan koning Plavius hooren,
Annie?”
„O! tante, dat moet u vragen aan
de kikvorsebjes; als ik zoo’n vaar-
viel alles wel maakte, dan zou het geen elegie
zijn”.
en mantels gehaald,
was men in ’t veld
met
’IHiJ [J.
iinderen
De Goncourt aarzelt niet uit te
preken als zijn meening dat de
„een
te gevaren
rouw!”
geit met droppeltjes
nat thuis; ’t was om er melancholiek
vas te worden Reeds zooveel mooie
welijk met haar maakte, hoe groo- I platanen gemaakt, zulke prettige
1 van dankbaarheid tochtjes beraamd en nu 1
werd. j letterlijk in ’t water.
Eindelijk ging de zon op zekeren
Prijs der Ad verten tien
BAARL’S
NIEUWS- Eli ADVERTENTIEBLAD
DOOR