Weekblad voor Baarle-Nastiau-Hertog en Omstreken Bekendmakingen. Zaterdag 28 October 1922 Dit blad verschijnt Zaterdags Varia. Zeventiende jaarg. No 43 en dikwijls 1 DRUKKEK-UiTHEVEK Abonnementsprijs 125cent per halfjaar. (Bij vooruitbetaling.) Broafnumtners worden op aanvraag gratis toegezonden. 7 Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer 15 cent, Kleine advertenties, dikwijls herhaald prijs bij overeenkomst. langt hij niets. Verleen hem daarom - zon der dat hij het zelf weet, de zieken geneest, de treurigen troost en de smarten vermindert. De goede God vervulde deze be den. En waar van nu af de schaduw van den Heilige op den weg viel, daar groeide de dorre bodem; daar fleurde de verwelkte bloem, daar borrelde de opgedroogde bron; daar werden de zieken genezen en de be droefden getroost. De Heilige merkte niets hiervan. Hij ging z’n levensweg in grooten eenvoud en wist niet hoeveel goed hij deed. De menscheu eerden zijn bescheidenheid en spraken nooit over zijn weldaden. Langzamerhand vergaten zij zelfs zijn naam en noemden zij hem slechts: De Heilige Schaduw Moeder zweeg! en toen zij den kring harer kleinen rondzag speel de een blijde glimlach om haar mond. Zij wist, dat de jonge hartjes haar begrepen hadden en het zaad vruchten zou leveren. Meerlo (L.) 1922, Anny Hulsmans De Burgemeester en Wethouders van Baarle-Nassau doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne verga dering van den 18en September 1922 is vastgesteld de volgende verordening! Verordeningop den keuringsdienst van vee en vleesch ia de gemeente Baarle- Nassau. (Vervolg III. Doe wel, en zie niet om. »Ik heb dien armen blinden man ’u stuiver uit mijn spaarpot gege ven”, zei kleine Nelly, toen moeder even in de huiskamer kwam. «Ik weet het kind”. «Maar het was een heel nieuw stuivertje, ’t Blonk zoo prachtig, ik heb het van tante Lena gekregen op mijn verjaardag. Nu heb ik het aan dien ouwen man gegeven, die altijd op den hoek van de straat zit, met dat kleine zwarte hondje naast zich! Kent u hem?” «Luister eens Nelly”, zei verstan dige moeder die fret nu wél vond, het is werkelijk heel lief vau je. Blijf altijd veel van de armen hou den en geef zooveel je kunt. Maar een ding moet je daarbij onthou den: hetgoededatje doet, moet ver borgen blijven. Als het niet drin gend noodzakelijk is, moet je er heel over spreken. Dau weet L. Heertje het alleen en krijg je nog eens zooveel loon daarvoor in den l Hemel”. Het kleine meisje keek verlegen i voor zich en het gebogen kopje kleurde hoogrood. Moeke zal je straks ’n mooie ge schiedenis vertellen, die je heel goed onthouden moet, zul je En toen aarde en menschen moe waren en duisternis daalde, zette moe zich in den leunstoel. De kinde ren schaarden rond haar en schoven samen de luisteren, Moe, die de gretige oogjes zag glinsteren, lachte even en begon: Eenigen tijd geleden leefde hier op aarde zoo’n groote Heilige, dat zelfs de Engelen verwonderdstonden ii. Avondschemering. Hoorbaar stil was het om mij heen. Ik stond op 'n heidéheuvel en keek neer op ’t, waarover de sche mering zijn grijze, ragfijne sluiers weefde. Vredig avonduur! Ginds in het westen, stapelden ro zen wolkjes tot’n poort tenglorieuzen doortocht voor de zon, die scheiden gaat. Boven mij diepblauwe lucht, waar uit ijle duisternis daalt; onder mij het dorpke in z’n stille vredige rust. «Mijn dorpke in het stille dal, Gedoken tusschen groen Daar naderden schreden. Ik keer .me om en zie twee donke re gestalten scherp afgeteekend te gen den diep-blauwen avondhemel. ’t Is ’n vader metz’n meisje, hoog, breed opgewassen boer met dikwan- gig dorpskind. De twee zijn druk in gesprek, want het mondje van de kleinen staat geen minuut stil, ter wijl het lichaampje, hoofdje, armp jes, bsenfjes druk gesticuleert. De vader schijnt maar niet moede te worden op de ontelbare naieve vra gen van z’n kind geduldig en naar best vermogen te beantwoorden. «Kijk vader” roept het kleine meisje eensklaps uit! «daar staat de kerk al met ’t spitse torentje. Dade lijk zal het klokje wel «avond” lui den en ook ons naar huis roepen, hè?”— «Zeker,” zegt vader »’t is nu de tijd.” En als om den wensch van het kleintje te vervullen, klinken plots van het torenspitsje, lieve, dartele klankjes, gedragen op den stoelen den avondwind die ze brengt over al de golvende velden en bloeiende hei en ze strooit in willige harten der menschen aansporend: «bidt”. Onbewust vouw ik de handen. «Ave, Maria!” Naar beneden kijkend, zie ik ’n allerliefst beeld I Daarginds aan het kruispunt van veldwegen, naast’n eenzamen eik, staat de vader met het kind. Beiden houden de handen gevouwen en luid en duidelijk klinkt de diepe stem van den landman, waartus- schen ’n zacht, rein kinderstemmet je Eerbiedig bidden ze Engel des Heeren”. «Geloofd zij Jezus Christus!” diep en krachtig. ,,In alle eeuwigheid, Amen!” silverki'ank’es! Dat was het slot. van vorig nummer) Art. 17. De afloop van de herkeuring wordt den belanghebbende zoo spoedig mogelijk schriftelijk door den Burgemeestei'of namens dezen medegedeeld. De gemeente is in geenerlei opzicht aansprakelijk voor nadeelige veran deringen, welke by het vleesch mochten intreden in den tijd welke verloopt tus- schen de aanvraag der herkeuring en de eindbeslissing. Art. 18. De herkeuring wordt schriftelijk aan gevraagd bij den Burgemeester of bij den directeur van den keuringsdienst. Art. 19. Hij die slacht of doet slachten, en hy, die vleesch of vee ter keuring aanbiedt, is verplicht den met de keuring belasten ambtenaren ten behoeve van de keuring de noodige hulp te verleunen, zoo dit van hem verlangd wordt en toe te laten, dat door of vanwege deze ambtenaren ten behoeve van de keuring vleesch, organen en deelen worden iogesneden, uitgesne- naar beneden vlogen om I g«n. Hij 1 geleek een ster, die schitterde zon- peins- Lr het zelf te weten, of ’n bloem, die heerlijk geurt en bloeit, zonder LU 1. i 7 gevoel gestorven in de ouderharten. Twee woorden waren diép in zijn Nog hebben we vaders en moeders, i hart gegriefd Weldoen en Vergeven, die het ’n heiligen rekenen, innige i Dat zei hij echter nooit, men vroomheid te druppelen in de harten j merkte het alleen aan zijn doen en hunner kleinen en ze aldus ontvaü- j laten. Nooit droeg hij wrok in ’t 1 hart voor een beleediging. Was i iemand boos op hem, dan was hij des te vriendelijker. Alleen aan an deren dacht hij nooit aan zichzelf. De engelen vlogen naar Gods Loon en smeekten: Heer geef dezen man de genade dat hij wonderen kan verrichten. Ind antwoordde. Dat wil ik doen, i-mi wu ik doen, maar vraag eens aan hem wat zijn wensch is. Toen vlogen de engelen weer ver heugd naar de aarde, gingen tot den braven man en vroegen: Wenscht gij, dat gij zieken ge- nezen kunt, mdien gij hen de han- s den oplegt?” «Neen” was het antwoord, dat is de taak der Engelen, niet van mij armzalig schepsel. Ik bidt maar be heer niet. De engelen stonden verwonderd en vroegen: «Wilt gij dam een voorbeeld wor- den van geduld en alle zondaars tot u trekken door den glans uwer deug den Neen, sprak de Heilige angstig, als de menschen tot mij kwamen zouden ze zich van God kunnen verwijderen. De engelen stonden steeds meei' verwonderd over de bescheidenheid van dezen man. Maar wmt wenscht gij dan eigen- lijk? vroegen zij tenslotte. Wat zou ik wenschen? Als God I I mij Zijn Genade geeft, bezit ikalles. I Toen wisten de Engelen niet meer wat zij vragen moesten en ze zei den: »U moet toch, ’n wensch uitspre ken, anders geven wij U, tegen uw wil, in groote gave”. De heilige man sloeg, deoogen ten Hemel, vouwde de handen en sprak: «Dan smeek ik om de genade, veel goeds te stichten, zonder dat ik het zelf bespeur”. De Engelen verheugden zich over zoo groote bescheidenheid en vlogen op naar God j «Heer, geen wondergaven wilde hij aannemen. Hij denkt, slechts aan Uw eer, God. Voor zichzelf ver- Toen schoof de kleine kinderhand van ’t meisje weer in de grove werk- de levenswij vuist van vader en beiden wandel den verder. Ik stond daar nog lang en de Goddank! Nog is niet alleRoomsch hot zelf te bespeuren. - -1 waren moeders, I hart gegriefd:j'Weldoenen Ver; I Dat zei hij i Domheid te druppelen in de harten merkte het alleen kelijk maken voor het reine, goede en edele!, Ouders die op den weg des Gebeds voorgaan in smeekende godsvrucht. Hoe heerlijk zou het zijn, als men in alle huisgezinnen terugvond het mooie treffende beeld van: Biddende vadermet z’n kind, bij het angelusluiden in de avondsche mering”. BAARL’S JOJEC JC>TVGir-je5ja. NIEUWS- ES ADVERTENTIEBLAD Hvtuuu WgüSUUUQU, UllgOSUtS- den, medegenomen of aan andere hande- 'iPrijs der Advertentiën tfstrnrrci-..' -.r--; -u--<^c,.-gKKw3 -IV w i; V? VZJLI

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1922 | | pagina 1