L
anonciade
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
Ifoorop,
Weekblad voor Baario-Nassau-Hertog en Omstreken
I
Zeventiende jaarg. fóo 42
125 cent per halfjaar.
Dit blad verschijnt Zaterdags
ükukkkk-uAevkk
Varia-
i.
Zaterdag 21 October 1922
I
ver-
de
vrede
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
i zingen klonk
ike vogelstemmetjes door ij ke jongensstemmen riepen lach ei
’n Macht frissche levens- I tusschen het bellengerinkel door.
’n Wagen kwam zwaar aangerold
hoog beladen met goud-geel graan.
dat met handen en voeten wenkt
Vader! moeder1” roept hij trotsch
1
mocht
t
MATHILDE (Malati van Java.)
15
„Beste Moe en Jullie! ik kan u
maar heel weinig schrijven en zend
u hierbij 35 franken ik heb in den
laatsten tijd niet veel verdiensten ge-
had. Met Kenstmis hoop ik u te be
zoeken en in den besten welstand
aan te treffen. Wees duizendmaal
omhelsd door
Uw liefh. zoon en broeder”.
„Niets anders dan dat!” zuchtte
de moeder. «Geef mij dien brief, Jul
lie!”
>Om u te vermoeien en uw geest
af te matten, beste mama! Neen,
daar komt niets van, u heeft twee
uur kalm igeslapen, weet u dat wel?
en nu moet u weer stilletjes blijven
liggen en -niet malen om dien kwa
jongen, dan zult u met Nieuwjaar
heel deftig aan zijn arm naar de kerk
kunnen gaan”.
Het-valt zwaar meteen bedroefd
hart te schertsen; vooral als de laat
ste, eenige hoop der toekomst ver-
„Ik val niet, kijk maar,” en juist toen ik op den grond wuae
in dollen overmoed zwiept hij met springen. lijdeed het veel vlugger
haar verblindend z’n beide handen ’n bussel halmen
door de lucht en begon hel-klinkend
te zingen in jongens uitgelatenheid.
„Da’s ’n vroolijk baasje,” riep de overheen gekomen!
kromgewerkte boer bij het paard en J Ook de twee ande
z’n oude oogen lachten onder den
versleten stroohoed, „die heeft ple-
zier inzijn leven en geniet het volop”.
De drie andere jongens kwamen
langzaam op het vriéndelijke huisje
toe. Wat liepen ze stil en vreedzaam
naast elkaar! Anders waten ze zoo
verdraagzaam niet. Vader verwon-
Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwijls herhaald
prijs bij overeenkomst.
schulden te moeten leven”.
J uilie was de deur al uit en klop
te aan ’t naaste vertrek, waar een
van die familiën woonde, zooals
men ze slechts te veel in de verblij
ven der armoede vindt; de vader
bij weinige verdiensten is nog een
dronkaard; de moeder zwoegt en
tobt van den morgen tot den avond
voor haar half dozijn kinderen (waar
van betje de oudste was) en moet
dan nog in ’t winkeltje staan, voor
ieder een goed, vriendelijk woord
over hebben of de klanten verliezen.
ongelukkige
stad voor allen, die armoede lijden
als een onophoudelijke bespotting
schittert den arme het goud of kla
tergoud der weelde tegen en ont
in zijn
lot. ’t Was dan ook een dwaas be-
dure residentie te wonen, doch zij
meende in hare geboorteplaats nog
Zoowat zeventien gulden. Ik kan ii vrienden en 1
Zij zijn toch den heelen dag in de
zon geweest. Dat weegt tegen alles
op. Zij zijnzelf zonen echteHolland-
sche jongens.
De kleine vensterruit)es van het
vriendelijke huisje, waarin de zon
blonk, glansden als reine, vroolijke,
levenslustige kinderoogen.
MIJNHARD!”»
Men ziet er geen! En
dag aan dag!”
De zon drong
i goud in de bruine oogen. Toen plot-
I seling lachten ze hartelijk in herin-
I nering: haar eigen jeugd vol zonne-
I goud.
I „Ook wij waren niet binnen te
I houden op zoo’n dag als nu. Laat ze
I maar.”
Vader kuikte.
„Ja, ja,” lachte hij en leunde be
hagelijk achterover „men moet de
Geen wonder,
naar huis komen
Ze hebben°lang genoeg in de enge
stoffige kamers moeten zitten
Plots werd het op den straatweg
juist toen ik op den grond wilde
dan de anderen! O!”vergeten
was de scheur, vergeten de zorgen.
Frits’ oogen fonkelden: hij was er
Ook de twee anderen hadden een
verontschuldiging, Klaas voor hun
uiterlijk. Natuurlijk! ’t Zouden geen
echte jongens zijn als ze niet hadden
moeten slootje springen en kikvor-
schen vangen.
I „Och, och, wat bengels toch,
I zuchtte moeder half, toch glimla-
j chend, want die ondeugende zon
derde er zich over en zoekt naar de flikkerde haar weer in de oogen.
oorzaak dier eigenaardige stilte. Vader lachte!
Hij begrijpt algauw, wat o, o
fat zien ze er uit!
its de oudste houdt z’n hand
kridnpachtig op z’n broekspijp! Al
bert drijft van ’t nat en Frans’ klom
pen zijn haast niet te herkennen,
door de kluiten leem, die er aan
kleven. I
Vader glimlachte, toen hij ze zag
„Prachtjongens”, denkt hij, met I
de bruingebrande gezonde gezich- j
ten en de onderriem’, ngsl listige oogen
Maar de drie hadden geen zin tot
lachen want moeder?
„Alle jongens klommen over het
hooge hek, bij boer Harmsens wei,
ik kon er ook juist o ver heen, o moe
der, zoo fijn! maar ik bleef hangen
Nu was zijn droom vervuld
Het werkvolk arbeidde nog op het
veld. Zwaluwen zwenkten door het
avondgoud, wiekten langs de rood-
pannen daken en dreven dan weer
hoog in de lucht.
In de verte speelden de kinderen,
't Lachen, roepen en zingen klonk
als vroolijke
de stilte. -
lust en overmoedigheid klankte er
in door. Vader lachte voor zich
heen. Och zijn vier jongens waren
niet de stikten. Zij dronken de
dorpsvrijheid met volle teugen.
De rozaroode malove langs het
tuinhek, wiegde in den wind,
aan het venster knikten de rood-
bloeiende geraniums.- Uit het voor
huis naderden schreden, moeder
verscheen op den drempel.
„Waar blijven de jongens toch
weging, het gewoel rondom haar
bedaarden voor een oogenblik de
hevigheid van haar smart, zij was
bij de juffrouw voor wie zij werkte
en die haar zoo ze zeide, reeds lang
wachtte
„Nu juffertje”, zei de dame, „mijn
naaisters zijn vandaag vroeger naar
huis en ik ben zwaar verkouden, u
moet dus zelf de japon brengen.
Weet u waar de dame woont?”
„Als u ’t mij uitlegt, zal ik ’t wel
vinden” antwoordde Julie.
De juffrouw gaf ’t adres en het
meisje maakte zich gereed te ver
trekken. Een wandeling was haar
op dit oogenblik welkom, ofschoon
het Bezuidenhout alles behalve
dichtbij en het weer alleronaange
naamst was. Zij legde de japon in de
doos der juffrouw, knoopte den
mantel beter vast en begon vol moed
haar tocht. Het waaide hevig, de
kale boomen van den vijverberg
kraakten geweldig of lieten een
helpers te vinden He- j pijnlijk gezuchthooren. Onvermoeid
be- j laas! da armoede vindt ze zoo wei- j ging Julie voort, niettegenstaande
j njg j de wind haar vlak -m het gelaat
„maar meu tmc x».vix ..«L k I Oadertusschen was Julie snel sneed.
het hai d voor eerlijke menschen iü eenige straten doorgegaan; de be- or vervo g
Zonneleven.
Vader zat voor de deur op
bank en genoot den gouden
van den avond. Die bank had hij
zelf gemaakt. Lang was het zijn
wensch geweest, evenals de buurlui
zoo’n rustig plekje te hebben voor
z’n deur, om na gedanen arbeid, in
zonnevrede te rusten.
’t Was bladstil op den straatweg. zon eerst goed leeren^ kennen,
I ze te waardeuren.
dat de j ongens niet
stoffige kamers moeten zitten
-- “11 1 71rx 4
vol leven. Koeien met rinkeiende
bellen stapten uit de weiden, vroo
lijke j ongensstemmen riepen lachend
’n Wagen kwam zwaar aangerold
hoog beladen met goud-geel graan.
Bovenop juicht ’n kleuterbaasje,
dat met handen en voeten wenkt
naar het in de zon badende huisje.
Vadermoeder1 roept h ij trotsch
Ziet u mij ook! Ik heb koren gehaald
vn toen het opgeladen werd -l
ik het paard vasthouden.”
„Herman,” roept moeder
schrikt „ga toch rustig zitten, jon
gen, je valt.”
i m.i_n niiiiii 11
vlogen is, als een geliefd schepsel
iets overkomen is, erger wellicht
dan de dood, want wat zou voor
den genialen kunstenaar verschrik
kelijker kunnen dan misschien jaren
lang te leven beroofd van het licht
der oogen? Jullie kon zich niet lan
ger goed houden in tegenwoordig
heid barer moeder snel deed
zij haar mantel om, zette den hoed
op, wikkelde de afgemaakte jurk in
?en doek en zei haar moeder vaar
wel.
„Ik kom dadelijk thuis, moeke”, ---7-
zei ze. „Botje zal u gezelschap hou ’s Gravenhage is een
den en ik zal haar zeggen, dat u niet
te veel mag praten; ze moet stillet-
tjes bij ’t raam zitten en u alleen
helpen als u hnlp noodig heeft”. --
„Laat je Carlo’s brief te huis, j neemt hem bijna alle redenen
Juultje?” vroeg de moeder, die de onderwerping en gelatenheid u
zaak niet vertrouwde.
„Zeker, moe, zeker, maar u mag J sluit vaa Julia s moeder om in de
hem toch niet lesen
„Hoeveel heeft Carlo gezonden?”
er nog een paar rekeningen mee
talen”.
Maar niet alle! Ach God! wat is j
BAARL'S
JiAk -
I
Abonnementsprijs
v1
^HHIDtaBManaaBM»-rKs«a\-azaHraMBnMMawB£MNiiMMHiii mm ■■iiniwwwBnra»
zoo gaat het
'S.
DOOR
jPrijs der Advertentie»
H Hen Migraine
““gebruik
|H| Hoofdpijntabletten
|mIe| in kokers van 60 et. Bij J|
^^Apoth. en Drogisten,
Fabr. A. Mijn hard
MgBL Zeist..
RCJ
IMS- EK ADVERTEKT1EBLA’
1-- --
i
n li YV 41 ij m V* w -o J
JL U VU X