Kinderleed.
Weekblad voor Baarle-Nassau-Heftog en Omstreken
ANONCIADE
Zeventiende jaarg. flo 40
Dit blad verschijnt Zaterdags
- --k««LicLefXX^
Zaterdag 7 October 1922.
H A
prijs bij overeenkomst.
H
an-
«ik
DRUKKER-U JTUEVER
K>JEC JOKTG-B A.UIVIJKRÏS
i 'i
Er zijn volwassenen die
dat kleinen voor 1
zijn! Och, och, wat hebben die het
toch oneindig-ver mis 1
Ik heb er me vaak over verwon
derd, hoe kleinigheden voor kleu
ters dikwijle ’n belangrijke kwestie
van verdriet kunnen zijn.
’t Kleine meisje waarvan het
hondje ie weggeloopen, kan uren en
uren loopen dwalen en zoeken met
behuild snuitje en droeve oogjes.
Gaat van ’n jeugdigen konijnfok-
ker ’n beestje dood, dan zit hij bij
z’n lieveling Ie treuren en voelt het
momenteel minstens even diep, als
’n dierbaar verlies.
Mag kleine zus niet met moe mee
op ’n wandeling hoewel het haar
lang beloofd was, dan meent dat
jonge hartje in allen ernst, dat haar
het grootste leed overkomt.
Breekt pop ’n arm of been ’t kind
zal er niet minder verdriet van
hebben dan wij, bij ’n groot ongeluk
Eiken dag in het kinderleven brengt
z’n last en kinderleed, wie de klei
nen ’n beetje nagaat ziet dit onmid-
delijk in, al juigen de dichters ook
nog zoo over de «gulden kinderj
ren” toen het gelukshemeltje n_D
straald van smetteloos blauw en nog
geen wolkje dreef.
Die dichters hebben het eenvou
digweg glad mis! Ojé, ja zeker. De
kinderjaren zijn heerlijk, rijk aan
^Prijs der Advertentiën
\an 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwyls herhaald
Abonnementsprijs:
125 cent per halfjaar.
(By vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
meisje be-
Denk’ns even aan uw eigen kind-
i zijn, toen ge ook de kleeren van
uw oudere zus en broer onveran-
i derd overerfdet omdat ze tamelijk
goed-zaten! en omdat ge toch mij het verstandigst'
ook nog maar zoo’n peuter waart anderen én voor den
waarvoor het zoo nauw niet kwam. I
Schaamrood met zwaar hartje I heb ’n streepj
trokken we af, zagen geen zonhoor- I
den geen vogels, want o, die I plichtingen
j dnid0r a^,ere“’ 8Pot, die dagen I moet „vrij;; s™ ou uuoeinvioea
tot’/bien d?WnS- aanleldiaS &af wil zijn opvoedingswerk naar wensch
tot n bhjvenden bijnaam I slagen. vveuscn
«Moe,” zeurt Jan, «meester is I Vervolgd
kon hij, tehuis gekomen, schilderen I engel der duisternis tusschen Mi
naa, hartelust Vau ’t geld, dat zijn ehfèl en Lucifer. Delaatete w“ n“’
sohilJorijenenteekeuingen opbrach- roorgesteld als een «arte leelbke
ter, onderhield hij zijne moeder. De I duivel, maar in de volle schoonheid
bravo zoon dreex de kinderliefde tot I van den aartsengel ofschoon met
waïhirso0’ tO llaat iU ideU naCht 00n bHk van radeloosheid en boos
was hij somwijlen werkzaam, hij heid in de trekken. Carlo had dit
at niets dan droog brood en kleed-I gelaat meer gezien, hij wist niet
sLMhzXgeLeT°Ud^’ Z0° nief I vvaar> bet was uit zijn herinnering
slecht. Zulk een strenge levensregel geput, maar de engel des lichts bleef
deimijude weldra z!jn sterk ge-I ver beneden het ideaal. Ontevreden
stel, hij werd koortsig en loom, en bracht hij het stuk naar den ver-
ziin nnkeB bp- lampIlcbt v,erzwakte I kooper, hij ontstelde hevig, toen
J ...ƒ’0n., Hiervan schreef hij na- hij, in ’tmagazijngekomen ziin T n
tuunijk niets naar huis Zijn moe cifër in leveSe^ve v07r S z£
deren Jullie hadden in den Haag staan. Hij durfde het doek waari?
een kamer gehuurd en konden met ’t gerold was, niet te openen en
behulp van zijn onderstand tfo het trachtte uitvluchten te herzinnen
naaiwerk van Jullie fatsoenlijk le- hiermede te wachten tot na het ver
ven. Een straal van geluk scheen I trek van den vreemdeling, doch de
den somberen hemel van hun toe- ze toonde daartoe weinig zin en de
vSte verhelderen; Gehoor ge- winkelier wilde zijn klant zeer gaar-
yende aan een zijner bovenaardsche ne het meesterstuk laten zien 8
mspnatien schilderde Carlo eens in Tegen Carlo’s zin werd dus het
een koortsachtige „stemming den schilderij uitgepakt en beiden ston
den verbaasd.
jarig- en Piet en Jan en Dorus bren-
__J ma
ook wat!”
Moe weigert, moet weigeren mis
schien, omdat ze toch al maar so
bertjes rond komen kan; wil wei
geren omdat ze zoo’n stoffelijke
belooning voor den onderwijzer ab
soluut overbodig vindt, misschien
ook al voor andere baasjes, die niet
geven kunnen uit armoe.
Mooi, moeder! Heel goed, ver
standig!
Uw jongen trekt dan naar school
beteuterd! Hij wil niet achterstaan
bij anderen en schaamt zich, dat hij
nu met leege handen komt waar
anderen iets overreiken en voor
hem, zoo verbeeldt hij zich, slechts
’n minachtend lachje over hebben
x>e onderwijzer, die absoluut we
ren moet al dat vleierig gedoe, al
was het terwille van anderen, die
niets geven kunnen-,
Brengen ze iets mee, dan lijkt
beslist, doch vriendelijk weigeren
en voor de
gever die
ders, stellig sou gaan denken:
x je voor.”
Bovendien maakt u al gauw ver-
m en een waar opvoeder
i” staan en onbeïnvloed,
vreugden en driewerf gelukkig te wijdden, zoodat het gelukshemeltje
noemen, als wij ze vergelijken bij der kleinen in waarheid zonder gen~hem wat mee™ toeleef
v alken wordt, ’t Leed komt toch
v -oeg genoeg ook zonder onze
-j h:dp!
danken, dat de kinderaard nog te ’n Paar voorbeelden.
Ja,uë «wunci lö Moeder die zoo heel graag ziet
hebben en heel, heel dikwyls wordt d< t haar meisjes, twee of drie, net
je gekleed gaan, is vooral in dezen
tb d van malaise, uiterst zuinig en
f z< o wordt het te klein geworden
ZUS vermaakt
vt or de daaropvolgende.
Mooi! Werkelijk practisch en zui-
ni j! Maar och, waarom daar
m. niet ’n kleinigheid aan veran-
de -d: de stof als het gaat gekeerd,
of n ander kleurtje gegeven, met
on e duurzame, goedkoope pakjes
ve f!
gevmgen van boven. Hoe meer ver
deringen hij maakte, hoe verder hij
dronken van vreugd ingeslagen, des te duidelijker werd
1 en j het> dat hij slechts idealen tot voor-
kalm; doch zoodra hij
schikken kon, trad hij in een
X 1 1
de knieën, en barstte in
van tranen los. «Mijn God’
hij, indien ’t waar is, t
mijn geest en hart een vonk
het hemelsch vuur van '11
gelegd, dan dank ik U duizend en
duizendmaal voor die gave. Maar
laat mij haar slechts gebruiken tot I dien te
uwe meerdere eer en glorie; laat mij
leven werken en sterven in uw -- uuinpUI1Ke
dienst, in de beoefening der ohriste- I werden veel gezocht
lijke kunst en anders ontneem mij x-
die gave!”
Zoo heiligde hij reeds in ’t begin
trouw, evenals Michel Angelo bë-
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
MATHILDE (Malati van Java.)
13
De vader was
Carlo daarentegen bleef bedaard
kalm; doch zoodra hij over
oogenblik, dat hij alleen
schikken kon, trad hij in een ver- I braafheid, zijn onverzettelijk be-
laten kerk, viel voor een altaar op I s.luH om nooit deel te nemen aan de
i een. stroom j lichtzinnige vermaken zijner kunst-
I makkers, haalden hem hun spot op
-„„u droog,
saai, vroom, fijn, heilig, hij gaf er
Toen hef dubbele ongeluk hem
moeten
jnen die meenen latere jaren, maar dat komt niet
leed ongevoelig door ’n «smetteloos-blauwgelukshe-
hebben die het meltje-” Dat is enkel hieraan te
danken, dat de kinderaard nog te
ongedurig is, om lang verdriet te
j’ 1 t V x’. -
het zoo pas-gevoelde leed veran
derd in de uitbundigste vreugde en
kel alleen door ’n vriendelijk woord, j WUim ueL Ie
’n cadeau of ’n ander meevallertje, i ju kje van groot»
En dan is het maar al te waar het vc or de daaroovoh
heerlijke:
«Hoe zalig als de jongenskiel
Nog om de schouders glijd
Dan is het hemel in de ziel
En alles even blijd!”
’n Kindergemoed is zoo vatbaar
voor indrukken maar juist daardoor
voelen ze grenzelope diep, al is het eker. dat kost moeite, map^djo
dan ook niet inu dit Wuidw
door ons volwassenen eenvoudigweg s door het feit, dat ge uw me
niet begrepen, of gemakshalve waait voor veel kinderleed
vergeten!
Wij zijn zoo slecht doordrongen
van ’t besef, dat ook ’n kind diep
lijden kan, juist omdat de kleinen
het leed, door ons aangedaan maar
zelden uiten, al wordt het hartje
ook nog zoo zwaar én omdat ze ou-
a- j ze onrechtvaardigheid niet kunnen
nog J of willen wreken
Och, wij doen dekleuterkens dik
wijls zoo heel veel verdriet, zonder
dat wij het beseffen. En nu zou ik
zoo zielsgraag zien dat wij daar in
’t vervolg wat meer aandacht aan
gon hij nooit den arbeid, zonder de
oogen naar een crucifix te hebben
geslagen, hij verwachtte al zijne in
gevingen van boven. Hoe meer vor
deringen hij maakte, hoe verder hij
yoortging op den weg, dien hij had
J en I Het, dat hij slechts idealen tot voor-
’t eerste i beeldnam. Zijn zachte inborstschonk
was, be- vrienden, maar zijn onkreuk-
ver. I braafheid
op I
vu”, zeide I ----------'J, utsm nun
dat Gij in den hals. Men noemde hem
k van I 1
;’t genie hebt niet om en ging ziin wee-
I mi i
H°f’ ±vree8de hij zijn geliefde
moeten opgeven, gelukkig
dacht zijn meester er anders over
Carlo’s oorspronkelijke stukken
-i en zijn mees
ter verkocht ze onder zijn eigen
naam. Onderdo harde voorwaarde
•ijntoeping", en hij bleef die 'bêfoftë mocht de jongèlteg iuWelieVblij’ nieuw “Jwtrd gT°8”d °P
AARL’S
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
h t
i
8>.
■I
!8