Weekblad voor Baarle-Nhssau-Hertog en Omstreken Het Geschenk, i I gelaat, de zomersproeten I Zeventiende jaarg. ho 17 Dit blad verschijnt Zaterdags Wat moeder haar kinderen leeren moet. 125 cent per halfjaar. hem een boordevol vat met bran- Wordt vervolgd. 1 Hij. wilde met alle geweld de Abonnementsprijs (Bij vooruitbetaling.) Proefnummers worden op aanvraag gratis toegezonden. DRUKK ER-U1TGE VER OJSC JONG -BA.TJ]Maa3RS der de pet uitkijken. Dat kwam om dat hij dronken was geweest en zijn woord niet had gehouden, ’t Hin derde hem dat hij zich niet aan Se- nista kon vertoonen in heel zijn pronk in zijn rood wollen kiel en vest.,., maar met een verbonden gezicht en een walgelijken stank van wodka - - lei gedachten: of hij een paar nieu we schoenen of een harmonica zon koopen! maar telkens ook dacht hij aan 'Senista en het geschenk dat hij brengen wilde. De naaimachine liet haar eento- ig getik b°orende Patroon schold „o _".J aan Sasonka voorbij, vermoeide hersens spanden zich zich voor te stellen hoe hij zou opzoe ken en hem het geschenk geven, diens gelaat niet meer voor den geest roepen, maar wel zag hij den rooden doek dien hij nog knoopen moest om het geschenk in te pakken: ja, ’t leek hem, als voelde hij dat de knoopen niet stevig gelegd waren. Eindelijk verkondigde hij eenie der, dat hij op den eersten Paasch- dag vast on zeker naar Senista zou gaan ’t Meer dan tijd verzekerde hij. «Jabeste kerel, ik kom!” Maar dit zeggende, drong zich plot seling een ander beeld aan hem op: de deur van een kroeg werd open, geworpen en in haar diepte lachte dewijn^toeT.En bitter bewust van kwam niet als gewoonlijk ooïijk on zijn zwakheid, waartegen hij niet strijden kon, schreeuwde hij over luid: Ik wil naar Senista!-Ik ga naar Senista! ’t Werd een grauwe wolkenmassa, in zijn hoofd, allen den roode sitsen doek kwam als een lichtstraal door heen gluren. Doch geen geschenk dat vreugde beloofde, was er in Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer 15 cent. Kleine advertenties, dikwijls herhaald prijs bij overeenkomst. de deemoedige acht niet hoog en onwankelbaar zichzelf, maar telt zich de geringste van al de anderen Hij veegt altijd voor z’n eigen j deur; is toegevend, waar de hoog- mnarli.ia nverfl.l rl« ftftrsfe wik ZÜn. I Terwijl de hoogmoedige afstoot en a uit. afkeer wekt, wint de deemoed stor- l rem gegeben I menderhand alle harten. De hoog- Sind Toten, die im Grabe leben Sind Blummen die im Sturm be- Hij. wilde met alle geweld oe we- reld in, trots waarschuwende stem men. ’t Leek hem ginder zoo licht en zonnig! Hier op z’n dorpkeWat had hij daar nu! Kon hij met zijn studiekop als meester altijd beweerde, z’n da gen blijven slijten op zoo’n nest? Jongen jongen schudde de oude moeder als in medelijden het hoofd ’t is allemaal geen goud wat blinkt Wees tevredenmaar hij kon niet tevreden zijn met z’n dagelijks te rugkeerenden, eentonigen arbeid. Hij wilde hoogerop! De oude moeder kende dit in hem begreep, dat hij niet rusten zou, voor hij haar toestemming hadEn eindelijkeindelijk gaf zij ze hem Hij giüg De oude moeder bleef achter, maar door haar vingers snoerden, ontel baar de kralen van den rozenkrans ’n Avonds toen de schemering •laaide uit de hooge luchten de laat ste stralen der ondergaande zon nog ’n alles zette in gouden gloed, liep ik bij haar aan om wat te praten Grijs moederke, met zorgen ge teekend op voorhoofd en slapen met stille berusting om d mond, zat eenzaam neer, z’n aard niet vinden, hier. Daarom Doch te zeer verdiept in hun spel I neus en oogen L~--- namen zij deze mededeeling kalm gewoonlijk. Alleen de pet stond bijna onverschillig op. We moesten hem een geschenk - geven, dan breng ik ’t hem stel- patroon Gabriel Iwanowitscb^ de Sasonka voor. Op het woord „geschenk” keken - u de meeaten op. Mischa Porosenak te krjjgen was en tvroolijk toeging, stak een baud in zijn broekzak,! ’u 17 hield met de andere de beenen bak- sonka’s hoofd; ’twarrelde van aller- ki’s in den schoot van zijn kiel bij een en bracht met grooten ernst in ’t midden: Je meest hem een tienkope- ken geven! Een tienkopekenstuk was de schat hem door zijn oom beloofd en i m_ een hoogermenschelijk geluk scheen I ’t ging alles hem niet mogelijk. zijn Voor lang praten had Sasonka I in om evenwel geen tijd, met evengroote Senista in het gasthuis sprongen als hij gekomen was, ver- i ken en hem het gescheins. gevou, dween hij weer, om den arbeid te I dat geknoopt was in een rooden sit- hervatten. Zijn oogen, welke een I sen doek. oogenblik van vrijheid en levenslust Soms in zijn droomen was hij ver- getinteld hadden, herkregen hun geten hoe Senista er uitzag, kon hij Sind Sterne, die nicht untergeh’n. Dus geen weldaden‘om ’n goe den naam en om eer en aanzien bij de menschen. «Laat uw linkerhand niet -weten, wat uw rechter doet”, dat is de ma nier van goeddoen. God kent uwe daden en eens zal deze Barmhartige als ’n belofte vol zaligheid in de ooren klinken: »Komt gezegende mijns Vaders want wat gij den geringste van Mijn Broeder deed hebt gij Mij gedaan.” Liefde voor je werk, want alleen dan kunt A doen met voile kracht in algeheele toewijding i Al leen dan kunt ge slagen! De liefde alleen stelt in staat, de dikwijls zoo zware offers te brengen, die de ar beid ons oplegt. Hij, die z’n werk liefheeft, zal bovendien ervaren, dat hij iets ge vonden heeft, waar tenminste ’n klein weinigje levensvreugde te vin den is; zal ’n troost weten in lijden; ’n steun iu ’s levensstrijd, ’n Zuster van de liefde is de Deemoed, want moedige schept ’n berg voor de deur van zijn hart, daar kan niets goeds meer door binnen. De deemoed ef fent den weg naar het hart en zet de deur wagenwijd open. De oude moeder pausde even; toen begon zij zacht: „’tls zoo heel, heel moeilijk deemoedig te blijven, want altijd weer- staat het eigen „ikje” op en kwelt ons röet z’n tal- looze wenschen en verlangens. En toch moeten wij het leeren. Onze zwakheid eiken dag,elk uur beschouwen, om het te kunnen lee ren vast: »De eersten zullen de laat- sten zijn”. Onwillekeurig moet men nu den- köö pi'achtwoorden van den der dichters, die in z’n »Lucj- fer^ 'citeert: O, Vader, die geen wierookvat, Noch goud, noch lofzang waar den schat, Gan Gelatendheid en stilte Van’t schepsel, dat uit nederig, heid. Behagen schept in uw beleid En Uw wil zich zelf versmilte. nZich zelf versmilte” Kan ’n algeheele overgave welteekenender verborgen, maar een harde les een dreigende waarschuwing. Op den eersten en tweeden Paasch- dag wasSasonka dronken, vocht hij, kreeg slaag en moest in het hok overnachten. Pas den vierden dag kon hij Senista zijn voorgenomen bezoek brengen. In de lichte zonnige straat w emel de ’t van menschen in bonte en roo de kielen; harmonicatonen lokten aan alle kanten, maar Sasonka spoedde zich voort zonder opzien. Zijn gezicht met het verbonden oog en de gespleten lippen stond strak en stijf, zelfs zijn weelderig haar liet ik hem gaan! Natuurlijk heb ik zorg om hem! Welke moeder huft dat niet, om ’n kind dat ver van haar is? Maar ik vertrouw, dat ’t kwaad hem niet deren zal! En in de zoele schemering ver tel- de ze eenvoudig, als gold het de ge- J Hoe die liefde zijn moet druk de woonste zaak van de wereld. Toch I D^tsche diclitgr zoo treffend uit. klonk haar stem terwijl ze daar zat te staren met lichtende oogen en het goud der stervende zon haar als in’n nimbus steh n hulde.... „Drie dingen prente ik hen; in, diep en vast: Liefde Deemoe .1 en Geloof. Ik durfde niet vragen in de hoor bare stilte, die onstond, licht .e in verwondering slechts even ’t hoofd. Toen ging ze verder en haar stem klonk ernstig leerend „Ik wist, als deze drie sterren z’n levenspad beschenen hij nü d ver dwalen kon. I 1Liefde voor God der even- j rneusch on js -werk-, gns-n, :oor jezelf; geen lage egoïstische iietue, die slechts zoekt naar bevrediging I van het eigen ik Want deze verheft niet en doet ons niet veilig gaan, I maar vernedert, maakt ontevreden I en voert tot verderf. I Liefde voor God maar geen I vreesachtige liefde, die den meesiei DU010u^ I uiet anders denkt, dan al strenge den gesloten I strenge’rschter. Neen, liefde die be- auu javv. trouw vol naderen laat tot den Va- vertrokken! Hij kon der, die opent op ons kloppen, ons l I gebed verhoort en ons zoo gaarne doffen glans, de kleur week van zijn l om den leken donkerder dan l on verstoorbaar jolig, als steeds op het stijf krullend haar en dwong den - T wan neer zijn oog er op vied, te denken aan een gezellig kroeg, waar wodka zxv» ’4- wwvJ iilr fnAGrini/, ’t Werd zwaar en onrustig in Sa- helpt en steunt in de lasten en noo- den van ’t moeilijke leven. „Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt en Ik zal U verkwik- j ken? I - te Liefde voor den evenmensch- moedige overal de eerste wil zijn. de ze eenvoudig, als gold het de ge- Hoe die lietee zijn i„ diep ontroer;.ad, Wohltaten, stil und het goud der AARL’S ’'5k 8IÏDIS- EB ADVERTENTIEBLAD l 'f - l//^ l i „Ja, hij 18 *-j p XUA-l Xi-1 V*V uvv.v o 2, i L m .1 - l. o laf-z-irxT- C1V1

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1922 | | pagina 1