n
^Weekblad voor Baarie-Nassau-Hertog en Omstreken
Het Geschenk.
Zeventiende jaarg. ilo 15
Zaterdag 15 April
Dit blad verschijnt Zaterdags
Opvoeding tot Zelfstandigheid.
nena gevoel van medelijden met den I bracht en met een
zieken Senista zich van hem meester op diens schouders
maken, Vele bijomstandigheden ’t is toch niet u
Dat geloof ik
I
i
DKUKKKK-U1TGEVKB
OH J O.IVG-I3ATTA/i Fr,Fe^
Abonnementsprijs
125 cent per halfjaar.
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwijls herhaald
prijs bij overeenkomst.
weet, wanneer en waar „de touw
tjes wat slapper mogen hangen,”
wanneer en waar de kweekeliug aan
zijn lot kan worden overgelaten.
Een goed opvoeder weet, waar hij
zonder gevaar liet „ouden wijs ge
noeg kan toepassen. En dit moet
soms toegepast kunnen worden.
Nu moeten wij hierbij eerst onder
scheid maken tusschen twee soorten
zelfstandigheid: een uiterlijke en een
inwendige. De uiterlijke zelfstandig-
b«’d brengt wel mads dat men on
afhankelijk is, ten opzichte van den
evenmensch iu ’t toevallige, in ’t
bijkomstige bijv, in geld, goed, po
sitie, enz. De innerlijke afhankelijk
heid echter: zietdaar. waarvoor we
onze jeugd moeten opkweeken! on
afhankelijk zijn, zelfstandig zijn
.vaar het gaat om beginselen, om
eer, om goeden naam, om hoogere
goederen des levens. Zelfstandigheid
staat dus in dezen zin gelijk met de
volle mannelijkheid van karakter
Wie slaaf is van ’t menschelijk op
zicht, van spotlach of dreigement is
niet zelfstandig, niet itinetlijk-zelf-
standig, hoezeer ook misschien uiter-
lijk-onafhankelijk
De jeugd-moet leeren en zich
Kom je gauw weerom?vroeg
voor de derde maal Senista en voor
de derde keer stelde Sasonka hem
gerust: Zeker, zeker, wees maar
niet bang, ik kom gauw terug,
waarom zou ik niet...
En beiden zwegen weer, Senista
lag op den rug, tot de kin toe in het
grauwe gasthuispak gestoken, zijn
bezoeker onafgebroken aan te sta
ren. Met zijn verlangenden, vragen
den blik smeekte Sasonka hem niet
alleen, ten prooi aan eenzaamheid
ziekte en pijn, in het gasthuis ach
ter te laten. Sasonka voelde zich
niet op zijn gemak, wilde wel weg
gaan, zag er toch geen kans toe,
zonder den knaap verdriet te doen
hij wreef zich zenuwachtig over
den neus, viel bijna van zijn stoel,
zette er zich weer stevig neer, als j
nam hij zich voor er nooit meer van
op te staan. j
Wist hij maar iets van pas te zeg-
gen, maar zijn gedachten dwaalden l
af, de juiste woorden wilden hem
ben, kom ik naar jou zijn we dan
geen menschen onder elkaar? Goeie
en antwoordde God, ik heb met je te doenBeste
kerel geloof je me of niet
Met een glimlach om de grauw
donkere lippen, antwoorde Senista
oefenen in de „zelfstandigheid des langs de wegen
harten” zou men ze mogen noemen, en vrijheid
jaren af zoo zijn, dat het gezag lang- Dr. Foerster zegt hierover zeer l*'-
1 en me0i, jewing schoon: „vergeten wij dus niet
die minder gevoeld liefc 18 gewichtiger een zelfstandig
toch sterk genoeg i hart. te hebben, dat getrouw en
opvoe- j eer^jk blijft, wanneer anderen on
ding is dan eerst goed, als het gezag trouw worden: een hart dat bij de
I waarheid biijft, wanneer anderen
liegen; dat liefdevol en geduldig
blijft, wanneer anderen haten en ver
loochenen een hart, dat rein blijft
wanneer anderen alle teugels van
zich werpen”. Dat is zelfstan
digheid Dat is het ideaal onzer op»
voedingOp een andere plaats heeft
deze paedagoog het ook eens zeer
juist gezegd, dat „karakter” juist
daarin bestaat, dat de mensch van
binnen uit bestuurd en bepaald de kruistocht van°de grootsche d<
wordt. n 4' s
overtuigingen en met door indruk-
ken van buiten en door, toevallige I hiek der zelfverlooching.
omstandigheden. Het is met ander Wij zouden echter alle
Wv°a° ddön ge^g? wat Joethe raadde: gingsgronden van menschelijke wÏÏs-
voed uw kind zoodanig op, dat heid” gemakkelijk kunnen missen
iet eenmaal de omstandigheden zoo-J Waar de Eeuwige Wijsheid zelf
veel mogelijk bepaalt en zich zoo eischt: „wie Mijn leerling wil zijn
weinig mogelijk daar de omstandig- verloochen® zichzelf- 8 J
heden laat bepalen Innerlijke zelf- Moeten de meisJes meer ze]fver_
looching leeren dan de jongens?
-1 ook? Om
dat de vrouw van nature zich ge
makkelijker vergeet. Dat zon juist
een b6wij8 zijn voor de stelling, dat
kiacht de diepe beteekems is I de jongens meer moesten leeren
d en g) vnj._ i Bejde sexen moeteQ zichzeJf veHoo
ten niet, wie van onze kinderen in
’t leven het meeste liet zichzelf ver
geten zullen noodig hebben en daar
om: zoowel jongens als meisjes moe
ten zich loeren opofferen.
Mat is zelf verlooching? Eigen ver
langens ten off r brengen voor die
van anderen! In een samenleving
van gelijksoortige wezens zullen na
tuur noodzakelijk begeerten, ver
langens, strevingen, vaak botsingen
teweegbrengen. Alleen zelfverloo
chening is in staat botsingen te ver
mijden en door samen werking te
ko men toteen heerlijk gemeenschap
pelijk einddoel.
Wij mogen echter van onze kin
deren niet te veelzejfverloochiug
eischen, zoodat zij^flB^ staat met
wilsverzwakking<>g|^even der
joligeüs t-u meisjes --wij wezen er
boven reeds in ’t algemeen op
mag niet worden tot slavernij Sla
vendienst kweekt slavengeest. Dit is
de dood voor elke ontplooiing van
geesteskracht. Zooiets kan'soms
overkomen aan een meisje, dat we
gens huiselijke omstandigheden té
veel van haar jonge jaren en krach
ten en verlangens moet offeren; of
ook: een kind, dat steeds de minde
re de minste! moet zijn in een
gezin
De zelfverlooching, die wij onze
kinderen leeren moet zijn die, wel
ke verheft1 veredelt. Zij moeten al
les in zich verloochenen, opofferen,
„er onder houden”, wat de vorming
van het god-menscheiijk ideaal in
Ik geloof je.
Zie je wel juichte Sasonka. Nu
voelde hij zich vrij, nu durfde hij
ronduit spreken over den slag, dien
hij Senista, zonder kwaad te willen
een paar weken geleden had toege-
bracht en met een vergoelijken tik
uvuvuuns, ging hij voort:
’t is toch niet uit kwaadheid als
iemand je op het hoofd slaat, wel?
Goeie hemel, kan ik ’t helpen, dat
je groote kop nu eenmaal zoo’u ge
schikt mikpunt is
Senista moest er weer flauwtjes
om lachen Sasonka stond van zijn
stoel. Hij was groot van gestalte en
bre|j|eschou<ierdop het weeldë-
den rig Jmlhaar stond oolijk de pet; de
grijze, ietwat gezwollen oogen’ke.
ken zorgeloos de wereld in.
Nu, vaarwel! sprak hij,
zonder zich van de plaats te verroef
ren. Hij had er wat hartelijkers bij
willen zeggen, waardoor Senista op
gewekt in ’t gasthuis zou achterblij
ven en hem hot heengaan gemakke
lijker gemaakt worden-
Wordt vervolgd.
De opvoeding moet van de prilste
zamerhand meer
gaat geven,
wordt maar 1
blijft naar de behoefte. De
van gehoorzaamheid j
l naar de zelfstandigheid-
Misschien is een der voornaamste
levenselementen van ’s menschen
zelfstandigheid: de zelfverlooching
Wij moeten onze jongens en meisjes
leeren zichzelf te verloochen. Zich
zelf te verloochenen waar God
spreekt, de Kerk vraagt, ’t geweten
zich doet hooren, de naaste ons ont
moet op onzen levensweg. Iemand
die zich van jongsaf leerde verloo
chenen, zal met de gehoorzaamheid
weinig moeite hebben en zal zijn
vrijheid niet gemakkelijk misbrui
ken. Kidd verklaarde eens het zelf-
r e op zijn gronden: „de vooruitgang
an ’t menschdom is vooruit en
vooral hierdoor gekenmerkt: ’t is
Ie
eeuwigende, de al-ver winnen de et-
„overtui-
gingsgronden van menschelijke wijs
heid” gemakkelijk kunnen missen,
waar d*
eischt: „wie Mijn leerling wil zijn
_i i J
standigheid, karakter! L M,oeten ,de meisjes meer zelfver-
Nu zullen wij echter aan de hand Volstrekt niet. Waarom
1 van wat wij weten over de psycho-
logie der rijpendejeugd moeten zien,
wat in die sjeer van opbloeiend le
ven en J
van gehoorzaamheid en g—o, muswu z,i
heid en zelfstandigheid. Hoe voeren j chenend naast en met en voor el-
wij praktisch de opkomende jeugd kander het leven doorgaan. Wij we-
niet te binnen schietenalleen dwa- I Sasonka in, blij dat Senista ’t zoo
ze onhandige gedachten werden bij I opnam. Hij had er wel een grap aan
hein tot woorden. Zoo kwam hij er willen toevoegen, maar gelijk met
toe Senista bij zijn naam en vaders- het besef nu zijn plicht te hebben
naam Semen Jerofejewitsch te gedaan en met gerust hart te kun-
noemen. Dat klonk al wanhopig nen vertrekken, kwam een schrij-
onhandig; Senista toch was leerjon- I nend gevoel van medelijden met den
gen, kleermakersleerjongen, hij,
Sasonka, bekwaam kleermaker, die i
een stevige borrel dronk eraan ver- I werkten daartoe méde; de rij’smalle
slaafd was geraakt, alleen uit ge- bedden, waarin hij bleek-uitgeziene
woonte- Nog geen twee weken ge- afgetobde gezichten zag; de atmos-
leden had hij m dronkenschap Se- feer die hij bezwangerd rook, door
msta leehjk toegetakeld.... dat was I bedorven uitwaseming van aan
ook dwaas en onhandig geweest... koorts en andere ziekten lijdende
waarover hij nu wel een woordje I menschelijke lichamen; daarbij het
lene te reppen. I bewustzijn van eigen kracht en ge-
Sasonka schoof onrustig op zijn zondheid. Hij boog zich over (1_
stoel heen en weer, wilde niet weg- zieke heen, ontweek nietmeer diens
gaan, zonder zijn plicht te hebben vragenden blik en beloofde wederom
gedaan, kuchte verlegen en zei ein- Zeg Semen.. Senia wees maar
delijkom zich een houding te geven: I met bang. Ik kom terug. Als ik vrij
Nu hoe staat het leven? Heb ie 1 J
pijn?
Senista knikte ja
zacht
Ja., en vloeken helpt ook al niet.
Dat geloof ik graag stemde
meer moesten leeren.
AARL’S
ÏS- ES ADVERTENTIEBLAD
Pïtfs der Advertentiën