m-Hertog en Omstreken
Ma
Weekblad voor B
Uil
TIHIW
i. m, w
w
31
I r
Dronken Kees.
Dit blad verschijnt Zaterdags
o
Jongens en tajesgeWekeu.
Zaterdag 18Febr 1922
ntiende jaarg. fêo 7
a
woei.
Wordt vervolgd.
uit te spreken.
ring dia
ze goed
Abonnementsprijs
125cent per halfjaar.
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwyls herhaald
prijs bij overeenkomst.
nen en niet kunnen slapen van de
zijne huichelen zijn,
j Z8
een gelukkig thuis.
naar de slaapkamer: zij volgde hem
„Wil ik soms den dokter roepen?
„Neen, Marie! neen, neen Niet
F/ Fa
raam open, zoodat de bolle frissche sten en een oogenblik te kunnen
trillende stem verzocht hij alles ge- wind verkillend naar binnen
middelen Zich als verontschuldigend klaagt Wankelend stond hij op en ging
terecht te bij over drukkende warmte en dui-
I zelingen m ’t hoofd.
onverschillig te worden wijl
I komen er zelfs gemakkelij toe de den wordt oggedragen; als vader
geheels menschheid te haten. j y -y
O, de ware opvoeder, die zulke hooger willen vliegen dan ze hun
kinderen ontmoet, voelt zich ge- nen en niet kunnen slapen van de
sternd alles te doen, alles te offeren zorgen, hoe ze hun kinderen toch
met andere of
DKUKKKR-UrVüEVEB
Moeders luisterd eens af, hoe uw
kleine zich uit over haar makkertjes kersheid op de liefde en hartelijk-
kijkt toe en constateer! de waarheid heid, die anderen genieten.
en is’t zooals ik zeg, dan verbeter Hier zijn twee mogelijkheden,
wat kan en zoo vaak ’t kan. I et kind ondervindt zelf £5een liefde
Leer uw kind, dat ’t moet trach
ten zich zelf zoo te maken, dat ’t bij
alles wat ’t doet zeggen kan: Ik
handel goed, leert liet af te oordee-
len over een ander, zelfs zich te ver
heugen in ’t geluk en de waardee-
een ander ondervindt, wijl
en rechtschapen is.
Anders kweekt ge vrouwen, die
ondanks het feit, dat ze niets te kla
gen hebben over haar levenslot, toch
alleen maar hartelijk kunnen zijn te
gen degenen die ze voelen dat in een
of ander opzicht beneden hnar staat.
Zoodra echter de man van’n vriem
din sneller promotie maakt dan de
~iï'aröj“öóS.^i mag dez'S zhu ogk “te
vreden zijn, zoodra een kennis een
gelukje heeft dat haar ontgaat, mooi
er huis treft, mooier kleeren krijgt
of wat dan ookis de vriendschap
veranderd in zuurzoete lievigheid,
die wordt beperkt en die afstoot.
Heuseb, jaloezie op anderer eer of
roem of geluk heeft nog niemand ge
lukkig gemaakt, wel veroorzaakt,
dat men het mooie in eigen leven
niet meer ziet en zich ongelukkig
voelt, hoewel er talloozen zijn, die
recht hebben ons te benijden.
in de handen, ’t Spookte in z’n her
sens: Wat te doen?
De toekomst lag voor hem be
angstigend als een vreemd groot
huis waarin alle lichten zijn gedoofd
en men niet-weet, waarheen zich te
richten om den verren uitgang te- in zijn eigen huis Een paar verflet-j Milder klonl
rug te vinden- Hij zag geen uitkomst ste herfstbloemen die, uiteengevallen overspannen
en kon niet denken. Hij voelde zich stonden op het buffet, spotten met scheen kou gOv
benauwd worden en vreesde te be-zijn vroegergeluk... de duffe geur moest naar bed gaan en rusten,
zwijmen. Bleek en ontdaan, hijgend maakte hem naar zijnd meening dan ben ik morgen weer beter,
naar lucht, stond hij op, dankte, j benauwd. Hij snakte naar lucht en Rusten! ja hij snakte naar rust
vaag beseffend dat men hier om zijn s ineens stond hij op en wierp een J om te vergeten al de ellende en ang-
eigen bestwil had gesproken en met j raam open, zoodat de holle frissche i sten en een oogenblik té kunnen
trillende stem verzocht hij alles ge-wind verkillend naar binnen woei. droomen van een gelukkig- thuis,
heim te houden: hij zou i
aanwenden om alles
brengen.
Later dan gewoonlijk kwam hij
dien avond thuis, schuw en
„Neen Cor, je zegt maar wat: j«
bent ziek,|je stem klinkt zoo heesch
len de woorden neer in de omge- je hebt geen kleur; je beeft of je dé
ving die hem altijd zoo lief was ge- J koorts hebt. Toe zeg nu, wat is er?”
weest, stilzwijgend nam hij plaats Zeggen: neen dat kon hij niet’
aan tafel en voelde zich een vreemde j eerst moest hij zekerheid hebben.
Milder klonk zijn stem: „Ja, wat
l en zenuwachtig, mis
scheen kou gevat. Ik geloof, ik
1 gaan en rusten,
Ten slotte de derde oorzaak: ja- warmte te brengen. Als ze ouderlos-
zijn, wil hij die ouders voor hen
vervangen, als ze liefdelooza ouders
hebben, wil hij ze doen gevoelen
dat er dan toch wel anderen zijn die
liefde hebben, en het is aandoénlijk
te zien, hoeveel geluk een klein
liefdebewijs dezulken geeft, heerlijk
de aanhankelijkheid te gevoelen,
die ’t loon is voor een in zulke ge
vallen betoonde liefde
Ouders bemint dus uw kinde
ren, geeft ze liefde. Want heusch,
meent niet dat het alleen in dé on
derste lagen der maatschappij voor
komt, dat ouders hun kinderen
meestal tengevolge van drankzucht
luiheid of liederlijkheid verwaarloo-
zen- Ook in den middenstand, ja
zelfs in de hoogere standen gaan vele
kinderen onder door gebrek aan
liefde.
Als vader en moeder te wereldsch
zijn om een gemoedelijk huiselijk
leven te verkiezen boven een leven
van uitgaan of plezier; als vader of
moeder, of beiden door romslomp
van zaken zich zoo in beslag laten
nemen, dat de bloei van de zaak het
eenige is, waarvoor ze leven en er
geen plaats is voor huiselijkheid,
zoodat de opvoeding geheel aan der-
moeder uit menscheïijk opzicht
kinderen ontmoet, voelt zich ge-
om in zulke zieltjes ook een glimpje gelijk zullen stellen
doch zijn eigen stem klonk hem
vreemd in de ooren, klankloos vie-
is ’t zooals ik zeg, dan verbeter j
of het ondervindt dit wel.
In het eerste geval past ons een
grenzeloos medelijden, een in ons
■jif doordringen om te constateeren
wij zelf ook het kind aan liefde te
kort doen. Er zijn helaas kinderen
d e met brandende oogen toezien als
bemerken, hoe lief andere kinde
ern worden behandelt, terwijl zij
z rh verschoppelingen gevoelen. Er
jn er, die groot geworden, tranen
in de oogen krijgen als ze in een
eordend gezin de hartelijke verhou-
c?mg zien tusschen vader en moeder
ca kroost en dan denken; was heer-
1 ik als vader en moeder toch zoo-
>1 van ie houden.
Die kinderen gunnen een ander
die liefde wel, doch ze zouden ook
voor zich zelf zoo gaarne zulk een
heerlijk zonnetje wenschen. Dat is
niet verkeerd, zelfs verklaarbaar.
Doch die kinderen kunnen er ge-
makkelijk toe komen een ander die
liefde wel te misgunnen, cynisch en
J ze we
ien: dat is toch niets voor mij«
JALOERSCHHEID.
Een kind wordt geprezen als
braaf, ijverig en knap. De onderwij
zer constateert het, hij is de beste
leerling van de school. Z’n rapport
is altijd ’t mooist, doch allen erken
nen ’t, ’t is eerlijk verdiend en wijl
hij een loyale speelmakker is, heele-
maal niet trotsch, mogen allen hem
graag lijden. Allen zeg ik doch
ik overdrijf, want er zijn er een of
twee, meestal ook vlugge leerlingen
die den knaap of ’t meisje niet kun
nen uitstaan, juist omdat hfj de eer
ste is en zij hen nooit overbluffen
kunnen.
Een meisje is knap van gezicht
en van postuur, haar kleeding, wat
ze ook draagt flateerd, haar - er
zijn er velen zoo. Do een weet het,
is er trotsch op en wordt dan een
nuf, die spoedig in ’t leven alleen
staat.
Doch er zijn er goddank ook ge
noeg, die ondanks die gaven een
voudig en lief blijven en zijn daarom
dubbel fief. Doch ook zij lijden
vervolging. Stellig ontmoeten 'ze
in ’t leven vriendinnen, collega’s,
kennissen, diejaloersch op die ga
ven, alles in ’t werk stellen, om
toch in godsnaam maar iets kwaads
in haar slachtoffer te ontdekken,
haai’ succes benijden, haar hande
lingen verkeerd uitleggen, ja zelfs
haar eer ontrooven.
Kees sprak mat stootsnde zenuw
achtige stem, die zijn moeilijk te
beheerschen drift verried.
Vertrouwelijk echter, op kalmen,
zakelijken toen werden hem cijfers
genoemd: ’t was uit vriendschap dat
men hem waarschuwde. Men be
greep algemeen dat hij in blind ver
trouwen bedrogen werd. Ongeloo-
vig, verbluft hoorde hij op toen en
kele schulden werden- genoemd,
zooveel: neen dat was onmogelijk.
„Kees wat ik zeg is de zuivere
waarheid, en nu spreek ik nog al
leen van oude rekeningen waar
over men zich bezorgd maakt: ik
heb ’t ernstig vermoeden dat ’t be
drag nog hooger is. Denk je dat ik
zulk een beschuldiging zou uiten,
als ik geen zekerheid had?”
Toen drong ’t tot hem door, dat j
het geen spel of droom was, maar j
ruwe treurige werkelijkheid, die j te spreken daar hij eerst alles
zich hier voor hem opende. Versuft, j derzoeken wilde voor een beschul- den kwamen langzaam
1
uiten, bleef hij zitten met het hoofd ten op zijn gewonen prettigen toon:
„Niets, niets, heel goed,
ze
afge- hem aangestaard, verontrust kwam noodig, morgen is ’t weer beter.
dwalen: zijn hoofd afmartelend om i
een d..„o Z.j„
voornemen was dien avond nog niet i
i on- warm en benauwd denk ik: de woor- welijk. Hij kon het niet doen, ’t
l over i
niet in staat vooreerst een woord te j diging te uiten. Hij trachte te groe- lippen, gedachteloos scheen hij
uiten, bleef hij zitten met het hoofd ten op zijn gewonen prettigen toon:
o -
Met vreemde oogen had zijn vrouw
trokken Hij had eenigen tijd loopen zij naar hem toe. Toe laat me rustig liggen, ’t zal wel
„Ben je niet goed, wat scheelt gaan.”
uitweg te vinden. Zijn vaste je Hij vermeed zijn vrouw een ku«
wat te geven, de eerste maal na hun hu-
zou
BAARL’S
‘Hrtak. K®
if
8
Pr(js der Advertentie»
JOJE33 JOKTG-I3 IJMEURS
IL_j miniBB.il r.iimi iiiii imwnWïWTT""*'' j-agra-Y»awanw
I