Weekblad voor Baarle-Na^ au-Hertog en Omstreken
I
I
Aan onze Abonnees geen klein bestaan meer voor den d wd!
Dit blad verschjnt Zaterdags
25 cent per halfjaar.
Van ’n kleinen
zwerver.
Taterdag 21 Jan 1922
‘ventiende jaarg. No 3
I
OKUKKEK-UJ’GEVEK
OH JOIVG-BkUIVLHJRS
(Bij vooruitbetaling.)
roefïinmmers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
Van 1 tot 5 regels 75 cent, elke regel meer
15 cent.
Kleine advertenties, dikwijls berhaal'f
prijs bij overeenkomst.
i
Toen dien laten Meidag, de snel-
i du in Brussel kwam aangestormd
oonnie do ‘u adcHtou lönte-
oom.
Een blije, milde zon uoorHe floor
rein, blauwig waas, en overgoot
!ï.et licht en warmte al wat onder
1 iar breede machtige stralen leefde
Caproni, plots vol hoop en moed
oelde z’n oude beenen verjongen,
i rechte zijn gebogen lijf! Hij
prong vlug uit den trein nam den
waren reiszak en Costa ’t mooie
naapje dat met hem uit Italië kwam
roeg de vioolkast.
Nooit snoerde inniger band twee
irten als de liefde, die het jongetje
et het wondermooie zwart kroe-
z >1 kopje en de grijze verworpen
,nger elkander toedroegen.
Op een van z’n wandelingen had
iproni het knaapje langs den weg
ivonden ,.en hij had meegenomen
lar zijn kamertje in de groote stad
d e nu zoo verre lag, zoo verre,
nds aan de wijde blauwe zee!
Nu hadden ze een kleine kamer
gevonden in ’t hoogere gedeelte van
Brussel. De wijk beviel hen! De
ouwvallige huisjes, de aardige ge
vels en klimmende daken, waarop
ansende zonnelichtjes joelden, ga-
en hen iets terug van het Zuiden,
un geliefd, heerlijk Italië
De geburen kenden hem, den rij-
igen Zuiderling met het scherp ge
steld gelaat, waarin groote zwarte
oogen nog verbazend levendig
onkelden onder zware wenkbrau-
en. Er was zoo’n melodie in z’n
mvoudige groet. Zijn stem neurie-
a zoo wonderlijk met vreemdsle-
penden tongval.
Z’n stem! Wat had ze drommen
gelokt naar de Italiaansche schouw-
argen. 0 ze waren.reeds zoo droef
eggekwijnd in ’t verleden, de ze-
9 en roem en geestdrift van de ver-
ikte, overwonnen menigte. Ca-
ronie was oud nu, En ginder
1 'otflche stad, i”
rpost ontvangen, worden beleefd
rzocht het abonnementsgeld voor
t eerste halfjaar 1922 zijnde f 1.25
or 29 Januari a- s. te komen vol-
en of per postwissel over te ma
il.
Na dien datum wordt over het
drag per postquitantie beschikt
st 15cent yerhooging. voor
kosten en is het f 1 40.
rentuig een wonder-wereld voor zijn
begeesterd hoofdje tooverde.
De eerste maanden was het een
vroolijk op en neer loopen door hot
stratennet der vreemde .stad, en al
Canrnni° den eeneu
schouwburg n1 ar den anderen ver-
Eindelijk..eindelijk
Hij werd als violist voorloopig
aangenomen voor het naderend
tooneelseizoen.
«Voorloopig Hij gunde het
woordje geen aandacht. «Aangeno
men klonk zoo lief, zoo verleidend,
en dat alleen zong door zijn blijde
ziel.
Nu kon hij voor ’n tijd zich wij
den aan het knaapje. Viool-lessen
wisselden af met het eerste onder
richt in schrijfkunst en taal, en ’s
namiddags tot het duistere ging
Costa, met twee of drie makkertjes
woelen en ravotten in ’t kleine hof
je achter het huis.
Moe van ’t spelen kroop hij traag
de trappen op en vleide zich slape
rig op de knie van den man, die
meer nog dan ’n «vader» voor hem
was, en die hij, met zooveel feeders
in z’n kinderstemmetje «mijn vader
tje” noemde.
De dag voor het tweede aanbie
den was vastgesteld.
’t Motregende uit een grauwen
hemel en ’t verwonderde Capronie
nog menschen in lichte zomerklee-
ding te ontmoeten. Hij toch bibber
de van kou in z’n zwaren overjas en
morde tegende plagende fijne straal
tjes, die aanhoudend vielen.’
De bestuurder zag er ongemeen
verlegen uit, toen de oude man zich
aanbood.
Caproni voelde een plotselinge
huivering door geheel z’n lichaam,
en luisterde verstomd naar de zoe
kende, tastende woorden, ’t Was de
ineenstorting van zijn verwachting
’t ruw wegrukken, van een zacht
gekoesterde hoop
Onthutst en bedrempeld kwam
de hij in de koele straat en bemerkte
die hem ’n kwart toen het verfrommeld papiertje, dat
en keek lang toe. Het benauwd pie
pen uit de toegeschroefde borst voor
spelde. $iets goeds.
’t Was kilhg m de kamer, ’t Jon
getje, de angstige groote oogen
strak gericht op ’t bekommerd ge
laat van den dokter, rilde nu en dun
en de paarsghe lippen beefden.
De arts gaf hem een papiertje,
talmde wat langer naar een klacht
een verzoek, maar ’t mondje dat
zoo vurig rood in ’t bleeke gelaat
brande, bleef gesloten.
’t Was een heerlijken nacht daar
buiten. Bontaangetakelde stoeten
trokken zingend, en roepend voor
bij en ’t verwijderd vreugd-uitgal
men drong grijnslachend in de ki.'le
kamer. Boven, in den donker-blau-
wen hemel, lachten en lonkten mil-
lioenen sterretjes Costa lei ’t bran-
koude treling der ruiten deed hem
goed.
Dan ging hij, slepend en moei
lijk als een oud ventje, naar de kast
in den hoek. Op de onderste lade
stond een houten kistje.
Hij opende het traag.... zilte tra
nen droppelden op dez ledigen bo-
dom.
“Vadertje» lag zeer stil. Alleen
de pijnlijk hijgende borst verried ’t
sprankje leven, dat nog vonkte en
vocht in den afgemergelden ouden
man.
Costa knipte z’n das om ’t dunne
halsje, nam de viool, luisterde even
vooraleer hij de kamer verliet.
’t Was hem zoo vreemd, zoo pijn
lijk te moede in de hel verlichte
straten van ’t carnavalvierend Brus
sel.
’t Zingen en woelen van de dolle
vastenavondgekken tergden en mar
telden hem.
Z’n teer kinderzieltje walgde van
de wanklanken in ’t ruwe brallen.
Eu ’t gewoel en gejoel werd steeds
heviger. Dichtere groepen kwamen
aan en vormden een eindeloozen
stoet van bezetenen. Velen drongen
eene schitterende zaal binnen, en
bevochten, roependt en tierent,
opengebleven tafeltjes. Niet gemas-
kerden lachten even, traagjes en
welgezind. Waren zij er met om
van dat gewemel en geraas te ge
nieten?
Een dames-orkest speelde een
zachtslependen wals, die verloren
ging in ’t lawijd. Als een stipje ellen
de in een tooverpaleis verdwaald,
stond Costa te midden vaneen bonte
menschenwoeling. Hij zag dansende
glasbollen, lichtstraaltjes regenen
r Je bon-
Caproni te menigte, op de Witte Dames, en
Aan onze abonneés die ons blad ouden zanger over Hij las het, en’als een stipje licht
Hier in het mooie Brussel ging oor wolkenzwart glom doorheen
Caproni zijn laatsten droom verwe- ?jn somber gedachtengewemel, ’n
zenlijken, z’n jongentje de vreugde Hikje hoop Hij zoudt adres be-
van zijn droeven ouderdomop- jroeven, heden nog! Mogelijk, zoo-
leiden om eens een verblindende rs de nota luidde, was het orkest
ster te worden aan den gouden he b dezen schouwburg nog niet vol-
mel der Kunst. Hij speelde reeds 1 dig.
zoo verrukkelijk, de kleine Costa, Helaas, hier ook werd hij afge-
zijn donkere oogen droomden zoo vezen met ’n onverschillig gebaar
vreemd, heel ’t kleine wezentje rilde ’n kort «volledig». Overal het
als de oude Capronie met zijn sna- piffle woord; «volledig». Het sneed
rentuig een wonder-wereld voor zijn -«m door het hart als een moor-
v - z -i t nd staal
'Koude dagen volgden nu onaf-
óroken. Het winterde vroeg. IJzi-
e kilte volgde op sneeuwvlagen,
au weer woei een snijdende wind
het hagelde uit een staalblauwen
Een gebogen hoestende oude,
dwaalde nu van bioscoop naar bios
coop tot, ten laatste, een nog jónge
man, uit medelijden, hem aanvaard
de.
Avond na avond zat Capronie
voor in een duffe zaal en leende z’n
geliefd snarentuig aan ’n muziek,
waarvan z’n kunstenaars ziel walg
x de
Verstikkende wamlen, die als
vuile wolken door de zaal dreven
prikkelden z’n ratelende keel. Een
avond hoestte hij ontzettend en de
jonge directeur zond hem, met het
bon van ’n week1 huiswaarts.
De ijzige nachtlust sneed den
adem af van den hijgenden man.
Thuis gekomen fluimde hij bloed
Nooit heeft een broos kinderhar
tje zoo ’n angst geleden als costa
cien nacht.
’t Knaapje was radeloos-... Va
dertje lag daar zoo stil zoo bleek,
zoo zonder leven, en buiten was de
rachtzwart en doodsch.
Traag kropen de morgenuren.
De dag was nog jong toen het
cud vrouwtje die onder de pannen
haar kamertje had, als gewoonte
als gewoonte uit wasschen ging en
eventjes aanklopte om «goe,n mor
gen” te wenschen. Geen vroolijk
kinderstemmetje begroete haar, en
verwonderd keek ze binnen. Ze
vond een koortsigen lijder in bed,
en zag hoe ,t jongetje, door tranen
en bidden uitgeput ingeslapen was
voor een Mariabeeldje.
Langs haar weg, zou het vrouw
tje aanschellen bij een arts, ’t Was-
avond toen deze kwam na een dag
van kommer en angst voöi’ het rade
loos knaap te.
De dokter hief het lampje boven langs de gouden wanden op d,
het ontvleeschde hoofd van C
’ERTENT1EBLA
Abonnementsprijs
Pr(js der Advertentiën
BAARL’S
raws- EU A
'W-v