en Omstreken
voor Baarle-Nass n-Hertog
De wensch der stervende
1
Een praatje.
Kiüd’ si
II
Dit blad verschijnt Zaterdags
Dertiende jaargang No. 39
Zaterdag 28 Sept. 1918
als je uitgaat, want de
DRUKKER UITGEVER
JONTG-WfUMEKS
Abonnementsprijs
90 cent per halfjaar.
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
’n Goeie veertien dagen pas is ’t
geleden dat de kraaien zaten te ga
pen op de boomen, de koeien ver-
frissching zochten in het water, de
menschen, die aandenarbeid waren,
zich ’t zweet langs leden en gelaat
voelden gutsen en numaar wat
zou men daarover klagen. We voelen
ineens weer dat we in Nederland
wonen, ons naar ’n Nederlandse^
klimaat hebben te regelen, in wo
ning, in dekking en ook.... in klee-
ding.
Ja vooral in kleoding, al is ’t dat
'n zeker deel onzer bevolking zich
blijkbaar moeilijk erin weet te schik
ken, dat ons Land nu eenmaal geer
zuidelijk land is, maar ’n land waar
in nevel en mist, buien en wind, land
en zeeklimaat den grootsten invloed
blijven houden. En al vindt men nu
a oeuvurhjkea boord oi kraag be
nauwend, en al schijnen sommigen
onzer jonge dames ’n bijzondere
voorliefde te toonen door in ’t model
harer blouses onze «Jantjes” na te
bootsen, ’t weer, het echte, Neder-
landsche weer met z’n vochtige en
reumathiek bevorderende kilte zal
meer nog misschien dan zedelijke of
andere motieven aanzetten om in
kleeding te leeren doen wat onze
goede moeders en grootmoeder, die
toch ook wel graag «schoon zagen”
zich als echt Nederlandsche, eerba
re vrouwen, steeds ten plicht had
den gesteld.
Wel, juffrouw, hoe gaat ’t met
U, sedert we elkaar laatst ontmoet
ten
Nou, meneer, ’t zou alles nog
al gaan als ik maar zoo’n pijn niet
had in schouder en hals’t is zoo ’r
echt vervelende, knagende pijn, ik
denk reumathiek, weet je daar geer
raad op.
Neen, dametje, om je de waar
heid te zeggen, durf ik geen raad
geven, misschien zou ik ’t nog niet
kunnen al was ik dokter. Maar toch
meen ik wel iets te kunnen zeggen,
datje in ’t vervolg te pas kan ko- i
menen goed kan doen, maar ik vrees i
dat je ’t kwalijk neemt, zie je en dan
zei ik liever niets.
Je wilt me toch nietbeleedigen,
daar ken ik je te goed voor. Kom,
zeg op watje meent te moeten zeg
gen, als ik er maar door geholpen
wordt nu of later.
Welnu dan, dametje, je kleed
jenietgosa. be dwaze en domme ucogou boord tot Laar dochter
modegeeft tegenwoordig voorschrif
ten, die beslist dienen bespot er
uitgekreten in plaats van nageleefc
te worden.
Eerstens schijnt ze als mooi te
willen erkennenalleen laag, zeer
laag zelfs uitgesneden onder- en bo-
venkleerenik bedoel hier laag in
de beteekenis van diep hoor. Wal
daaruit volgt weetje zelve beter dan
ik. Je ziet ’t alle dagen. Zonder nog
’n ander gebied aan te halen zeg ik
maar, dat ik veel meer gezond ver
stand bij onze jonge dames had dur
ven onderstellen, dan ze in ’t volgen
dier dwaze voorschriften toonen.
en. Dan zal ik rust vinden. Zeg, Hed
wig, bedenk hoe spoedig ik sterven
zal en hoe jong. Mag mijn einde dan
niet zacht zijn? De herinnering aan
mijn dood zou vooru geen aangena
me herinnering zijn, indien ge tot
uzelven moest zeggen, dat mijn laat
ste wensch door uwe schuld onver
vuld was gebleven. Hij kan immers
vervuld worden.
Maar hoe? vroeg Hedwig met
klankelooze stem. Zeg mij wat ik
doen moet.
Hij is hier in huis, ik weet het,
fluisterde Leontine in koortsachtigc
opgewondenheid. Ik hoorde zijn
voetstappen toen hij de deur voorbij
ging; ik kan ze van alle andere on
derscheiden. Mijn hart ontroerde bij
dat geluid. Hij is hier gekomen om
mijn armen vader te troostenhij
was altijd zoo vriendelijk voor ons.
Ja, hij is hier, mompelde Hed
wig hevig ontroerd.
Ga tot hem, lieve. Spreek met
hem. Zeg hem wat mijn laatste
wensch, mijn laatste bede op aarde
moet zoo zijn. Zeg hem, dat ik dan
talmer kan sterven, rustiger sla-
Prtfs der Advertentiën
A an 1 tot 6 regels 60 cent, elke regel meer
10 cent.
Kleine advertentiënéénmaal 35 cent twee
maal 60 cent, voor elke plaatsing meer
25 cent.
Wij hebben ’nvoorjaar en’n voor- I kleeden.
zomer gehad, waarin koude Noor- I Er bestaat, dunkt me, nog al wat
den wind en buiig weer ons mannen I spelens tusschen de moderne dames-
dfc overjas ongewoon lang lieten I kleeding en die der oude vrouwtjes
meesjouwen, maar jij, de bloem van I Maar wil je dan voor alles de mode
ons volk, jij moest maar gelooven I der laag uitgesneden, onzinnigdoor-
op bevel van de zottin mode, dat het I luchtige en doorstralende kleeding
lensoh met koud was, dat je in de I blijven houden, dan zal je naar mijn
kleoding maar moest denken in Zuid- I meening ook de lasten moeten aan-
1< rankrijk of Spanje te wonen en dat I nemen die ze meebrengt: Jicht en
je blouses en jurkjes en hemdjes en I rheumatiek. Je kent toch het oude
japonnetjes navenant moesten ge- I spreekwoordHoovaardizheid moet
l£3Hpt zijn. I pijn üjden.
Hoeveel dagen zijn er nu in den I Ik dank je meneer, voor je raad
ci'd na Paschen geweest, dat men I over hygiene in onze kleeding maar
kou zeggen: Wat is’t warm. Maai I nu we toch de mode onderhanden
d0 modevlerkjes moesten ’t alle I hebben, zeg me dan eens, wat had
dagen zich toch maar inbeelden. En I je nog meer op je geweten?
de oprecht koude wind, de metvocht I Op mijngeweten eigenlijk niemen-
veraadigde lucht hadden vrijen toe- I dal, want demode heeftmij zelf niet
gfeug daar, waarvoor ’t practisch, I zoo aan d’r lijntje, maar kijk ie
jhier verstand van ’n echte Hol- I schoenen eens aan. Is die mode niet
a|^sche vrouw vroeger bij behoor even dwaas als de eerste?
doekje om ais je uitgaat, want de I der den hiel ’n kleine verheffing
I maar zie den modernen hak eens. ’t
je, juffrouwke, daarin zie ik I Is om te gillen. Geen hak, neen ’n
de reden van je klacht. Dat jij je I paaltje van ’n kleine decimeter hoog
kleedt, als n Spaansche of Italiaan- I onder iederen schoen of laars maakt
sche dame m boven- en onderklee- I dat vele onzer dametjes slechts met
deren komt zich nu op je wreken en I moeite en pijn hun pasjes kunnen
zal, vrees ik zich blijven wreken, I nemen, ’t is haar aan te zien, dat de
zoo lang als jij en je lieve gezellinnen I minste oneffen druk ze pijn doet en
met toont meer gezond en nuchter I wee wanneer ’n steentje of kiezeltje
verstand te hebben, dan de mode, I ’n omzwikking veroorzaakt Ze gil-
me ze ve ervan verstoken schijnt, I len ’t uit, die hooge hakken en toch-
bij U allen durft veronderstellen. I ze verdienen geen medelijden want
Och meneer, we kunnen ons I dat ze pijn lijden is zuiver’eigen
toch met als oude vrouwtjes aan-1 schuld. Dat ze graag net geschoeid
pen zal. Zeg hem... Ach Hedwig, I Zij weet, dat zij sterven zal.
gij kunt oneindig beter daarover I De professor heeft gezegd dat zü
met hem spreken dan ik. Ga, en I nog slechts weinige uren leven kan
flaast u. Zend mijn vader hier, ik I Maarzij heeft zich iets zeer vreemds
I in het hoofd gezet, en toch moet het
plotselinge hevige ge- I haar toegestaan worden.
w -- I Ga tot haar, oom, en denk er
zich overeind. vooral aan, dat zij kalm en tevreden
i J 1 - o----- moet sterven; wat zij ook verlange,
verschrikte Hedwig. z I het moet ingewilligd worden.
Indien Bertrams niet komen I Ja, ja, het zal gebeuren, wat
wil, sprak zij, als hij weigert, laat I het ook zij, antwoordde de bankier
rUn niar»QT,^ 4.— J__ _n O. I en sneije peen Aan de deur der zie-
Maar hij zal het I kenkamer keerde hij zich nog even
i om en zeideWees toch voor uzelve
I een weinig bezorgd, lieve Hedwig,
I gij ziet er bleek uit.
I Hedwig bleef een paar minuten in
I diep gepeins op dezelfde plaats staan;
I toen streek ze met haar hand over
I het hoofd.
I Is mij alsof ik droom, sprak
I zij tot zich zelve, ’t Is een zoo won
derlijk verlangen, en zij vermoedt
niet wat het _mij kost, het hem te
doen kennen, ik heb hem immers
bekend, dat ik hem voor eeuwig wil
toebehooren. Hoe kan ik het hem
dan zoggen En toch ik kan me
1 er niet aan onttrekken.
Wat doet het ertoe, zei Leon
tine op een toon, die meer vertrou
wen dan verwondering en twijfel
verried. Welke beteekenis heeft het
onderscheid, dat de menschen in de
liefde maken voor mij, daar zij zeg
gen dat reeds morgen mijn aardsche
leven zal geëindigd zijn.
Hoe kunt ge dan nog zoo’n
dwazen wensch voeden, lieve vrien
din? Hoe kunt ge dan aan zooiets
denken
Dat begrijpt ge niet, antwoord
de Leontine, met zwakke stem. Nie
mand gelooft het, behalve ik. Zie,
ik heb hem bemind vanaf het oogen-
blik dat ik hem voor het eerst zag,
van dag tot dag kreeg ik hem meer
liefnu wilde ik zijn naam dragen
voordat ik sterf. Ik wensch dat de
menschen aan mij denken, als aan
Leontine Seewald, niet aan Leontine
Harders. Als de dood mij komt op-
•ischen, zal ik Bertrams hand inde is; hij zal die niet weigeren ?*Het
mijne hebben, hem in de oogen blik- 1 -
ken, mijn hoofd aan zijn borst vlei-
pen zal. Zeg hem.... Ach Hedwig
met hem spreken dan ik. Ga,
1 1 - --
moet hem er ook over spreken.
Met een
moedsaandoe^ing richtte Leontme
zich overeind.
De uitdrukking van haar gelaat I
verschrikte Hedwig. I
-Indien Bertrams niet komen
dan niejnand bij me toe, dan wil ik I
eenzaam sterven, j” 1
sje doen, en ik zal zijn gade zijn. Ik bid
u, ga toch.
In de grootste ontroering en ver-1
warring verliet Hedwig de kamer, j
II.
EEN DUBBELE OFFERANDE.
De bankier Harders liep nog on-
afgebroken den langen gang op en I
neer.
Toen hij Hedwig met doodsbleek
gelaat de kamer zag verlaten, slaak
te hij een kreet van vertwijfeling.
Neen, oom, het is zoover nog
niet, zei Hedwig. Leontine verlangt
naar m
a
Ki
BAARL’S
WtfÜ*
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBU
MI -’•■••i'iiiiirmri rfTiTmiiirirMi~~iTBiirnmroirMsajuuM«_Lii_im
2 tOvergeaomen uit het «Distr. Zevenb.”)