Weekblad voor Baarle-Nassau-ÏÏertog en Omstreken
De Zondag.
Rievierschuimer. -16 ïHGi
Dertiende jaargang No. 4
Zaterdag 26 Jan. 1918
90 cent per halfjaar.
ITTTTTTTtTA WT»T T Jr TC li ffi TV WHIY TV VV T Y *1
RIEUWS- ER ADVERTENTIEBLAD
Dit blad verschijnt Zaterdags
1
Maar allengs bracht Daan het vol-
Beelden nit het Volksleven.
een
Dat zaad zou ontkiemen.
Daan werd een misnoegden,
Abonnementsprijs
(Bij vooruitbetaling.)
Proefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonderi.
strijden, z’n eigen hartstochten en
verkeerde neigingen te bevechten
Smartelijk was het leven der ar-
vrouwellende en eindelijk hon
ger werd kaardoel. Vanbuis tot huis maal en nam den jongen meewant
DRUKKER-UITGEVER
DH JOIMG-EJSuXJlMLaaUElt.O
hinderde Siska. De duivel, die
j van 1
om tothetkwadete geraken, stookte
zei men goed geleerd, las als een ad- dat nog geen speldepunt groot was, I
n frlnoido weldra a.lsi het antv van rle-tj
dok door als iemand met een gezon- booze zei ven.
den kop.
’t Was ook in de Meimaand dat
nijd
en luiheid
den ongelukki-
j vervanger
aaiibracht, ging hij weg en liet haar
alleen met den jongen.
Doch nu ging het thuis beter de
moeder werkte en slaafde, en de
knaap werd door brave menschen
daar zijn er nog yeel, te veel
zelfs voor de deugnietenstoffe
lijk en zedelijk verzorgd.
Juist die betrekkelijke welvaart
deed den wereldhervormer tot haar
terugkeerendoch meer verdierlijkt.
Hij bracht op nieuw de wanorde in
den armen huiskring hij, die de
wereld in orde wilde brengen
Eindelijk verdween Daan and*--
in Frankrijk en
l van Belgie.
dat de landbouwende stand zich on
den duur niet aan het heillooze voodg
j beeld van een ZondagschennencM
omheving kan onttrekken. led”
geloovig Nederlander moest ’t pijn
lijk aandoen wanneer hij op ’n Zon
dag daar te lande vertoevend zag
hoe in de stad zelfs de gemeentewerk
lieden deden of zij geen Zondag ken
den en de boeren zonder noodzake
lijkheid hun veldarbeid verrichtten!
Kan de Maandag hier den Zond .g
De schending van den Zondag is
niet ’n niet alleen ’n openbare overtreding
Prijs der Adverteniiën
Van 1 tot 6 regels 60 cent, elke regel meer
10 cent.
Kleine advertentiënéénmaal 35 cent, twee
maal 60 cent, voor elke plaatsing meer
25 cent.
wijk zwierf zei jaren jang rond, ten
gevolge van gemis van betaling der
kamerhuur, huiselijke verstoring en
wangedrag.
Het vonkske, een speldepunfje
groot, was eindelijk een groot vuur
geworden.
Daan werd een wereldhervormer,
want de samenleving, waar iedereen
werd elk in zijn sfeer had geen
kosteloozen jenever voor hem, en
toen hij eindelijk zag dat zijn last-
jaMlr
Rnisch de loochening der wetten,
RRI uit de erkenuing van God moe-
|ii aangenomen worden en daarom
W.oet die schending den noodlottig-
s.-’ii invloed op de zeden, op de mo-
jfeal van ’t volk hebben
Het beoefenen der deugd, het echter levendig blijven, wanneer de
>en en naleven phzer verschillende 1 dwang of de gewoonte om den Zon-
jjikcxiteiien v'érpllUhLfögöïï vallen yGag In *11 weriüuag te vuistmeppn
den mensch dikwijls zwaar, eischen hetbewustzijnvanhetmenschwaar-
steeds óffers van zijn vaak geestelij-j dige in z’n bestaan verloren doet
ke zwakheid. Zonder voortdurende gaan?
opwekking ten goede en ’t levendig j De arbeidals gebruik of gewoonte
voor deu geest houden van al wat i Op den Zondag' verricht, verlaagt
wij als Christen en sociaal mensch ieder werker tot beneden zijn waar-
ngehouden” zijn te doen, is ’t haast digheid
onmogelijk in ’t goede staande te De verhevenheid van den door
blijven! Wat blijfter voor den mensch j christelijke .opvatting geheiligden
van al die aansporing ten goede over f arbeid, de gekerstende wetten van
als hem den Zondag ontnomen wordt? j rechtvaardigheid en liefde, de heer-
Wie zal hem den goeden weg wijzen j lijke belooning beloofd aan hem die
wie hem schragen in zijn strijd, wie z’n arbeid als plicht en offer Gode
hem na een val tot opstaan en moe- i opdraagt wat blijft er van dat
dig voorstrijden aansporen? Ieder j allés over, wanneer voor den geest
mensch heelt z’n eigen zielestrijd te de arbeid zich beperkt tot z’n ver-
Het misnoegen vyas vroeger slechts f van straat tot straat, van wijk tot
I een neveltje; ’t werd allengs een
wolk een donderwolk, en wat
het goede gaat, I deze in zich besluit weet niemand.
Het eerte bitter woord, het eerste
het vonkske, verwijt werd gewisseld; de eerste
bloedige grofheid werd uitgewor
pen.
De bedreiging werd dadelijkheid;
was gekrenkt; aan Siska’s.oog ontviel een traan en
want zijn kameraden beweerde dat aan haar hart een bloeddrop!
j De kleine Carp sliep rustig voort
eèn kamerke betrok in het'i gazet kon voorlezen dan de kalfate- in zijn wiegje; doch toen de vaderde
jers kwartier en het nieuwe j rer en dat wilde hij dan ook doen j vuist tégen de moederophief, schoot j dier, dat zijn vrouw, hem geen duit
zooals voorheen, te meer daar Siska j hij wakker en begon te krijten.
er zich tegen verzette. J Daan hoorde dit niet, of liever hij
Het stippeltje hoog vaardij in Daans 1 verstond de geheimzinnige taal van
karakter benuttigde de booze! j het kind niet.
Langs daar, ’t Is zoo’n slimme 1 De jeneverduivel drong voor goed
schurk! sloop hij het kamerke, i binnen, doodde het godsdienstig ge-
of beter gezegd het hart binnen en j voel en -wierp het zaad van nijd en
Siska was niet doorzichtig genoeg 4 afgunst, van hoogmoed
om tegen hem te worstelen. Hij lok- in het gemoed van
te meer en meer Daan weg van vrouw gen.
- j Du.l
De schelm lachte heimelijk toen F
kleinen bengel niet zwaarder hij den eersten keer Daan, op zeke- leeglooper, 'een twister.
bracht, en deze zingend den engen me
(Slot)
De natuur en ’t leven daar midden
in houden alzoo logisch het Godsbe
grip en ’t gevoel van afhankelijkheid
van z’n Hoogere Macht in den land-
bouwersstand meer levendig dan in
de industrie.
Tusschen al die raderen en ma-
chines, hefboomen en tg
zou blijven.
Zoo ongeveer was de gedachten
gang van den geleerde toen hij als
inleiding van een natuurkundigen
cursus ons, groote leerlingen, den
invloed wilde doen gevoelen die de
omgeving van den mensch op de
ontwikkeling van z’n geestes- en
zielewerkii g uitoefent.
Toch zagen we
stoomketels j 2ok ïn :SOI1'raige streken
gaat »de natuur” onder. Al wat er j
te zien is, al wat den mensch daar
omringt, zijn producten van «men- j
schelijk” vernuft. Iedere verbetering
is ’n nieuwe vonk ervan en de grond
stof als „natuurproduct” ondergaat
al spoedig zoo’n verandering dat
niet de natuur maar dé industrieele
kunst daarin te voorschijn komt. De
menschen vergeet wat ook in de
industrie de eerbron van hieven is.
Verduffend en verstompeld moet dat
onophoudelijk geraas en gewentel
der machines, dat gewoel en leven
van het geheel eener fabriek op den
geest inwerken, wanneer
„flinke ontspanning” en tegenwer- j van een der eerste van Gods wetten,
king” het evenwicht tusschen stof j ze is ook als blijk van verwaten op
en geest tijdig en geregeld herstelt. treden ’n heilloos voorteeken voor
De man der industrie ziet meer j wat wij verstaan onder gezonden
dan de man in de natuur de resulta- socialen arbeid. Gaarne zeggen wij
ten van zijn vindingen en z’n kunnen j met eën van Frankrijks grootste
en te begrijpen is ’t dat het gevoel j Katholieke redenaars Mgr. de Turi-
van afhankelijkheid aan ’n Hoogere j naz, dat de ontheiliging van den
Macht ’langzamerhand in hem af- j Zondag een der grootste geesels is
stompt, ja kwijt gaat. De mensch j voor de werkmansklasse, omdat zij
wordt te veel op zich zelf aangewe- 3 allereerst aan het z.g, volk ontneemt:
zen, dan dat hij met dezelfde gevoe- j zijn God en den Godsdienst
lens als de man der natuur bezteld 3 De plichten van onderwerping,
aanbidding en erkentelijkheid aan
bat volmaakte en oneindige Opper- 1 o
wezen, de noodzakelijkheid om oijze om beter te worden, meer te beant-
sïneekgebeden voor den troon van
diens goedheid en barmhartigheid
to brengen worden door de gezonde
rede gevoeld en door alle volken
erkend. De schennis van den Zondag niet onderga:
jfe’et echter de uitoefening van die f
Brsten onzer plichtenNiet terstond geld of goed of van de materie dièïn’
Raar langzaam voert zij den werk- landbouw of fabriek ter verwerking
Mln'tot de ontkenning en de ver- i worJt voorgelegd. Hij moet bij her-
■|gmet de daad. Uithef verlies hoofd of dendoor’den“ arbeid
kunnen ontdoen van
beslommering, het hoöfd vrij en
onbezwaard kunnen opheffen naar
den hemel, in zich verlevendigen het
bestaan! Hoe zullen al die gevoelens
naleven onzer verschillende 1 dwang of de gewoonte om den Zoii-
‘11 WértCSacg io óuiSCïi^.pftt
woorden aan zijn groote roeping en
het einddoel van zijn aardsch be
staan.
Om dat te kunnen mag de mensch
tan in het stof, ’t zij die
stof bestaat in ’t verhandelen van
langzaam voert zij den werk- landbouw of fabriek ter verwerking-
God, tot^de Godlooche- haling het door denken vermoeide
Goderkennirig volgt echter ook kromden rug kunnen opheffen, zich
de daagsche
onbezwaard kunnen opheffen
eeuwige, hemelsche doel van z’n
2 Beelden uit het Volksleven. hinderde Siska. De duivel, die soms
>wx-== ;j lans den weg
Daan Kopper was een struische j om tot het k w
jongen met sterke kneukels; hij was, j de arme vrouw op
zei men goed geleerd, las als een ad- j dat nog geen speldepunt groot was,
vokaat; kortom, ging aan kaai en gloeide weldra als het oog van den i
J 1 1 .1 -n m A rm I wrt rr.ll r
Daan’s hoogmoed was gekrenkt;
Daan met Siska trouwde; dat het j niemand in de kroeg schooner de j
paar i
schippers kwartier en het nieuwe
leven aan ving.
Toen ook was alles lichten bloem
rijk zooals nu! en dat duurde
eenige maanden, zelfs nogtoen Siska
in de oude wieg, waarin haar moe
der beurtelings het half dozijn ge
borgen had, een jongen Daan of bo
ter gezegd een jongen Polycarpus
toedekte en schommelde.
Dat deel van het leven was ge- 1
lukkig geweest, vooral als het paar en kind,
zondags ging wandelen en Daan den F
voor hem dan een kinderpop op ren Zaterdagavond, waggelend thuis
zijn beurd in de gespierde armen 1 1
droeg. trap op klonste
HBM
- s en 1
BAARL’S
J--- -
I 'J