„Ze zeggen”.
Wim en Grim.
Weekblad voor Baarle-Nass au-Hertog en Omstreken
Twaalfde jaargang No. 46
Zaterdag 17 Nov. 1917
Dit blad verseb i at Zaterdags
Ook hier bleef de ondervraagde'
Elk van ons volgde den snel be-
zee, de uitgestrekte prairieën, het
Toen het daglicht aanbrak stond j antwoordden en
het paard..
over die bewering.
Het „ze zeggen” was het gewone
den zonnegloed, onderdo eiken door
den weg schijnen ik hoor
DRUKKER-UI 'GEVER
JD3S2 JONG--EL LTJM3B3RS
Abonnementsprijs
90 cent per half jaar.
(Bij vooruitbetaling.)
Pröefnummers worden op aanvraag gratis
toegezonden.
i hier ook niet al te dikwijls „de
•o stuurlui aan den wal?”
men gerust algemeen mag noemen.
Kan ons volk zich in het algemeen
s schikken in de maatregelen die ons
door de Hooge Regeering worden
voorgeschreven?
Zonder hierop, bij gebrek aan
gegevens, een beslist antwoord te
willen en te kunnen geven, zou ik
ons volk allereerst onder het oog
willen brengen, dat we te veel het
oog verlie
zen, dat we, dank zij de voortduren
de zorgen van onze geëerbiedigde
Koningin enfl.D. wakker Ministerie
gebleven. lijken tijd tot bevordering van het
Iemand uit den gewonen burger
stand zei verleden jaar: Ik heb me
voorgenomen nooit te klagen, zoo«
lang we buiten den oorlog blijven.
Ik heb dikwijls aan
woord van dien eenvoudige gedacht
tot heden toe buiten den oorlog zijn Ui - h’ voeren, welke in dezen moei- i
rraMavan lijken tijd tot bevordering van het vmgevraa
aJgemeen welzijn zijn voorgeschre- het gesprek
v.n.
Het spreekt van zelf, dat alles wat
verkocht en vingen dim tocht aan,
langzaam, kruipeed zelfs, met een j en zegde stil: „Nog niet, Geertje.”
taai geduld; maar verzekerd dat zij j
den overkant der zee zouden berei-
ken.
Toen alles verkocht was en men s verre land kreeg voor mij
het dorp verliet werd het vader en
moeder bang om het hart. Daar
toch hadden zij altijd gewoond; daar
bleven de'bekende en vrienden, daar x.u&vu, *u. <*x uuu» „vx^x x...u -x^x -r -
bleven de dooden achteren do j opgedaan, uitwisschenbiddep en de zonen, blootshoofds
dooden tellen mee in het leven!
Ginder nochthans, zoo spiegel- ik vertrekkens gereed. Overigens,;
den zij zich voor zou het ook goed mijn voornemen was naar Vlissingen j
gaan... De moeder kon zich overi- I of Middelburg te gaan, en daar te j
gens niet gewennen aan d~ -r--p:i-
Het kind zat op een voetstoot en
en liet slapend zijn blond hoofd op
de knie des vaders rusten. Met een
pop in den arm was het dochterke
in slaap gevallen; zijn armke be
schermde de pop en die des vaders
beschermde het kind. Vader spreid
de de bruine gespierde hand uit, om
het aangezicht van zijnjongstelieve-
linge tegen den gloed van het vuur
te beveiligen.
Ik wist weldra dat die Kempe
naars landverhuizers waren, op weg
naar het verre land, naar Texas.
Was het geboorteland voor hen dan
zoo ondankbaar? Toch niet; maar de
oudste zoon was met zijne vrouw al
ginder, en een eigenaar van onmeet
bare gronden had nu de gansche fa
milie ontboden.
De verre reis was dus geen waag
halzerij; neen, zij waren schier zeker
van hun stuk, ’t Ging den zoon goed
hun ook zou het goed gaan. Het va- j
En waarom moet het volk zijn
opwekkend „bakje” verminderen,
wijl „zo” toch zeggen, dat er in
-J nog voor twee jaren
OurgbiiijKB wfjöUëlü upgtfelóieïi. Zie-
moeilijkheden door belasting, door
distributie, door tekorten die we
nooit kenden, door inkrimping in
onze dagelijksche gewoonten die
ons leven uitmaken. Maar... den
ken we ons eens het groote geluk
«buiten den oorlog” ontnomen, dan
wordt alles wat we ondervinden nog
dubbel en meermalen zoo erg, terwijl
de oorlog zelf als een 1
orkaan kan in werken, die alles waar
aan we nog hechten kunnen, totaal
vernielt, die ons berooft van alles, en
ons verspreidt over den overweldig
den Vaderlandschen grond oi in den
hem beduidt dit: hooge belastingen!
dat wijze I b ven alle critiek verheven is, maar argumenten het eenige.
Aangenomen, zei de derde, dat
nieuwe land het woord vreemde
land deed haar huiverenzou
allen weer bijeen zijn!
Ik vereenzelvigde mij met die men- was aangeboden,
schen en grooter werd in mij de 'T
zucht, om mijn lot met het hunne te gereedschappen
verbinden. Wij spraken pver hetnieu- x
we land, toen het kind met de pop
derland? Och, wat bekommerd zich j wakker werd. Met groote en ver-
de geringe man om dat woord! Voor i baasde oogen zag het rond en vroeg:
v lemde, om verlaten bijna, als een i waardeering en dank aan bet adres
R i’inson, de rest van ons leven te van ons huidig Ministerie moest doen
hooren. Het algemeene „ze zeggen’
Zeer ad rem las ik dezer dagen
een gesprek tusschen een paar per-
zieh op onzen weg voordoen en zou sonen over de distributie der koffie.
getintel der bellen van
Aardig, niet waar?
Allengs- was het landschap met
heide en masteboomen, met dorpen
weg. De landverhuizers stapten, en akkerlanden, verdwenen. Nu ver-
meest altijd zwijgend, rechts en j schenen de uitgestrekte weiden, de
links, naast de kar, behalve de moe- bre de, donkerblauwe grachten met
Het is een natuurlijk iets, dat, als
het don mensch niet voor den wind
gaat, hij iets opzoekt waaraan hij
zich wrijven kanhij zoekt ’n zon
denbok, iets of iemand op wien hij
graag de schuld wil schuiven van de
onaangenaamheden die hij onder
vindt. j
De onaangename dingen, die éen groote voorrecht uit het
mensch in het leven tegenkomt, riant •zn
kunnen door of zonder zijn levens
pad voordoen. Nu is een mensch
over het algemeen niet genoeg
christelijk gevormd of te weinig
demoedig aangelegd om te beginnen
met allereerst de schuld in zich zel-
ven te zoeken. Hij gelooft zich zelveh
graag zoo voortreffelijk en juist
handelend dat een zelfbeschuldiging
maar heel zelden als het resultaat
zijner overpeinzingen hem op den
weg ter zeiiv er betering voert, die
nochtans heel dikwijls de baan is die
hem uit de onaangenaamheden voert
welke hem kwellen.
Met de tegenheden, beslist buiten
zijn schuld, gaat het vaak niet veel
beter.
Waarom hij en anderen niet? of
hij zooveel en anderen minder En
bij de beschouwingen die hij er aan
vastknoopt, wordt de mensch niet
zelden onbillijk en onrechtvaardig.
Behalve de tegenheden en kruisjes
dié iedereen zooal op zijn levensweg
tegenkomt heeft de Nederlander
tegenwoordig volop gelegenheid om
in de moeilijkheden te deelen, die
27 Beelden uit het Zwerversleven.
der en het kind die een open hoeks-
Nu hadden zij oogst have en erf j deed glimlachen- Vaderstreek met ke op het voertuig hadden gevonden.
-,1aka- de ruwe hand over de fijne lokken Elk van ons volgde den snel be-
wogen stroom zijner gedachten.
’s Nachts lag ik urenlang wak- Deze liep gewis de reis vooruit, gene
ker. Ik luisterde naar vreemde stem- keerde tot het dorp terugmaar de
men en zag vreemde beelden. Het moeder moest zonder twijfel reeds
verre land kreeg voor mij eene in do nevelige verte haren zoon zien,
I betooverde aantrekkelijkheid. De j die uitkeek of zij nogniet aankwam,
j zee, de uitgestrekte prairieën, het I ’tWas een warme dag, een schoo-
5 nieuwe leven zouden al de herinne- I ne avond. Vader trok zijne pater-
j ringen, die ik in de oude wereld fiad noster uit en begon luidop voor te
"A
i murmulden liet
„bid voor ons” achter de aanroeping
van de „Troosteres der bedrukten.”
Die avond is altijd levendig in
ö^x.m X.XV.U Bv„ ^x*xxv»x <«c.x de afwezig- zien of ik soms nogdieoude verdool- mijn geheugen gebleven. Ik zie nog
heid van haar jongen het huishouden 1' de nicht kon opsppren. De landver- 'i d-'" ----
was nu gesplits, enginder in het t huizers reisden ook naar de eerstge- en over
noemde stad, waar hun eene gansch nog het neervallend ritselend loof
den bijzondere gelegenheid voor het ver- der wilgen en berken, het eentonig
j trek, door den rijken grondeigenaar geratel der wielen en het heesch
yfflKï 7
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 6 regels 60 cent, elke regel meer
10 cent.
Kleine advertentiënéénmaal 35 cent, twee
maal 60 cent, voor elke plaatsing meer
25 cent.
De kar, waarop de voorraad van
i en koffers was op
gestapeld, bottelde over den steen-
altijd zwijgend, rechts en j schenen de uitgestrekte weiden, de
zoudt ge meenen dat zonder deze j nen aanwezig
zouden wezen?
Niemand die eenigen kijk op het
moetendoormaken. .1
Met dit beeld voor oogen zou doet hier zeer veel kwaad,
ieder onzer zich veel gemakkelijker
ir de moeilijkheden schikken, die
7.x o ■------
menigeen niet zoo gemakkelijk zich Natuurlijk was ontevredenheid ook
achter de algemeenheid „ze zeggen” hier de inzet.
v rschüilen en dan afgeven vaak j
mser dan verantwoord kan worden
en de Ministers, de Distributie, de
p irsonen van gezag, die ter hulp Nederland
v. 3rd en. geroepen om de maatregelen voorraad aan koffie aanwezig is.
Dit werd een hoorder te warm.
Ongevraagd mengde hij zich in
xx - - o -J--- x en vroeg op den man af
v' 0- of hij zich ook kon verantwoorden
i Het spreekt van zelf, dat alles wat
j voorgeschreven wordt, niet altijd I
want in dien korten zin zit :n hoop j - 3 Etuurffii aan den wal nu eens de volle waarheid syre-
burgbiuijKe wijaliëiu opgeSlOLen. aju- ’j
ker, we ondervinden allerlei levens- voorgestelde maatregelen noodig? of jarige vóór mad in ’s Lands'magazij-
J is, zou jij me dan
de toestanden voor ons volk beter kunnen verzekeren dat voor die
voorraad verbruikt is, wij weer onze
onbelemmerde vaart op Indië zullen
maatschappelijk leven van onzen hebben,
tijd heeft, zal het wagen de eerste
meteen „neen”, de tweede met een het antwoord schuldig.
„ja” te beantwoorden. j Welnu, ging nummer drie voort,
Aangenomen dus, datdiemaatrege- is het dan niet heel verstandig gezien
verwoestende len noodig zijn en dat zonder deze van onze regeering dat ze door wet-
ons volk in oneindig moeilijker en telijk voorgeschreven inkrimping
neteliger toestand zou geraakt zijn j van het gebruik ons volk voor heel
dan het nu is, volgt hieruit van zelf, i wat langer tijd van de koffie verze-
dat ons volk, liever dan vaak onbe- j kert dan het gevaar te doen loepen
redeneerde critiek, woorden van bij onbeperkten verkoop misschien
zijn we er al? welke vraag moeder
I*-*'-.-■
BAARL’S
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD