Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken Eerste Blad Uit Oude Tijden. T Achtste jaargang No. 40 Zaterdag 4 Oct. 1913 Dit blad verschijnt Zaterdags V De mooie kant van donkere dingen. i Wagenberg, in 1828 i H Ml DRUKKER-UITGEVER xïjsc .to:kg-b aumers Abonnementsprijs per jaar Voor Holland f. 1.50 Voor België fr. 3.00 Proefnummers worden op aanvraag gratis toegezonden. te weten wat en waar het goede Keker we weten dat we de plich- j£ran onzen staat hebben te ver- viWen. Maar wat is onze staat? Hoe k innen we ’t best voor ons zelf en anderen werkzaam zijn? Roeping is droevige groot en breed-uit en het mooie, zonnige doezelt ze weg. Er is het yechten voor het brood je, een bitter en aanhoudend vech ten van menschen tegen mensch, met gemeene wapens soms, met ge niepige slimheid, met geraffineerde handigheid, zonder genade voor den tegenstander, alleen denkend aanbe houd van eigen lijf en goed; een voortdurende strijd om ’t bestaan die haast geen tijd laat om aan an dere hoogere, mooiere dingen te denken, en waar toch niet mee kan worden opgehouden, want velen on der ons zijn als matrozen op een lek een mooi woord, maar ’t is niet al- schip; zij moeten al maar door uit alle macht pompen om boven water te blijven. Er is de slechtheid van de men schen, slechtheid soms te begrijpen, te verontschuldigen, te vergeven bijna omdat de schrikkelijke strijd om ’f.hestoon vsrzaeh tende omstandigheid kan gelden, maar ook heel dikwijls haar oorzaak vindend in ’t aangeboren-booze dat in elk van'ons zit. Wie heeft het niet eens ondervonden dat hij bedrogen werd door ’n schijn-vriend, dien hij volkomen vertrouwde? O, de knak die je dat geeft, de kou die je dan om ’t hart slaat Dan krijgt je ver trouwen in de menschen ’n schok, je voelt je zelf ineens veel ouder wor den, je wordt stiller en meer in je zelf gekeerd. Er is het vechten met jezelf, met je eigen binnenste. Dit is nog het ergste. Andere vijanden kun je ont- of de hervormde leer hier is gepre dikt, valt te betwijfelen. Zeker is het, dat zij langen tijd buiten dienst is geweest en in dien tijd heeft ge diend tot bergplaats voor brand stoffen. Toen de katholieke bevol king van Ulicoten zich nu zoo schandelijk van hun kapel ontroofd zagen en zij op hollandschen grond geen uitkomst zagen om hunne H. Geheimen te vieren, richtten zij een verzoekschrift tot den Bisschop van Antwerpen en ontfingen van Z.D.H. verlof om onder Meerle, in Belgie eene kapel op te richten. In 1655 werd hun toegestaan de HH. Dien sten in het nieuw opgetrokken ge bouw te verrichten, de heer Land deken van Hoogstraeten heeft het ingezegend. Deze kapel was waar schijnlijk ook aan den H. Bernardus toegewijd. Tot het jaar 1797 werd de H. Dienst daarin verricht, toen op verzoek der inwoners de oude kapel in Ulicoten zelf wederom werd teruggegeven. In 1870 werd door de zorgen van Pastoor Van Beijsterveldt een nieuw, het thans bestaande, Gothisch ge bouw opgetrokken, en later, vooral tijd gemakkelijk te zeggen wat onze roeping is. Men zou soms willen dat er een engel uit den hemel kwam oiü ons te zeggen zóó en zóó moet g( handelen, dat en dat is uwe roe ping Maar die engel komt niet. We moeten ’t alleen met ons zelf uit Er is Maar genoeg voorbeel den aangehaald, een deur, die open is, behoeft niet meer opengebroken te worden; wij weten het allen, er is in ’t leven veel ellende en narigheid, veel strijd en zorg, veel zoeken en vragen Waarom dat allemaal? Waarom kunnen we niet leven in geluk en in vrede, zonder strijd in ons en buiten °w »t Geloof geeftdaareenantwoord opjlk behoef het niet te geven. Maar één ding wil ik toch wel even opmerken en dat is dat men ook hier op de wereld het nut uit het mooie Prijs der Advertentiën S centen per regel 55 maal ter plaatsing aangeboden worden sleahts 2 maal in rekening gebracht. Grootere letters worden naar plaats ruimte berekend. de veldkapel, waar het beelt be rust.” Boven meldden wij dat van oudshei’ vele pelgrims naar Ulico ten ter beevaart komen, dit werd alleen onderbroken tijdens den Bel gischen opstand van 18301838- Er bestaan 3 Broederschappen van den II. Bernardus 1. die van Drunen, in 1821 opge richt deze komt 2 maal per jaar naar Ulicoten met het hoog feest van Pinksteren en op Zondag onder het Octaaf van het feest van den H. Bernardus. 2die van opgericht. 3. die van Breda, in 1865 opge richt. In 1803 werd te Ulicoten de eerste pastoor benoemd n.l. de ZeerEerw. heer Petrus Dingemans, geboren te Ulicoten den 1 December 1762 hij was 13 jaren kapelaan te Teterin- gen 2 jaar deservitor en werd in 1803 pastoor van Ulicoten. Veertig jaar oefende hij aldaar de pastoreele bediening uit, en stierf den 22 Mei 1843. In 1843 werd tot pastoor benoemd de ZeerEerw. heer Joannes Woes- door de bemoeiingen van den Zeer Eerw. Heer J. B. Ermen, en de lief degiften der parochianen, van vele kerksieraden voorzien. Het wijd en zijd bekende Ulicoten heeft de groote eer in zijn midden te hebben een kostbaren schat n.l. een kostbaar en aloud beeld van den H. Bernardus. Deze volksheilige doet jaarlijks en van oudsher honderden en hon derden pelgrims van heinde en verre naar Ulicoten stroomen. In 1648, beducht als men was voor de rondtrekkende „beelden stormers”’bracht men het beeld van den H. Bernardus naar Baarle-Hertog waar het eene eereplaats in de paro chiekerk kreeg, en waar het zou blijven totdat betere tijden aanbra ken Waarschijnlijk is het daar tot 1655, maar zeker niet langer dan tot 1656 gebleven de Bisschop van Antwerpen immers laat den 20 Juli 1656 van den kansel afkondigen, „dat alle christe gelopvige, die voor genomen hebben te bezoeken het beelt van den H. Bernardus hun devotie ende voornemen zullen moe ten doen ende volbrengen alleen in loopen, dezen niet. Hij blijft altijd bij je en valt aan op oogenblikken dutje’t zwakst bent. Zulke brave menschen zijn er niet geloof ik, of zc hebben van binnen, onzichtbaar voor anderen, iets uit-te-vechten ge- hi d. En er in ons niet enkel een st ijd tusschen goed en kwaad, er is ook een zoeken van goed-willenden oi is til van die donkere dingen kan zieu Ik heb wel eens hooren zeggen dat de voorjaarsstormen het uitbot ten van de boo’men bevorderen. Of dat waar is weet ik niet, maar wél weet ik dat de stormen van het leven het uitbotten van de zielen bevorde ren. Zeker, er zijn menschen, die door zorgen en ellende versuffen, slof en moedeloos worden, aan den drankraken. Dat zijn zwakke boom pjes, die geen stormpje kunnen ver dragen. Maar de menschen waar kern, pit, merg in zit, die zullen na storm en strijd vaster staan dan ooit te voren, ze zullen hun wil binnen in zich voelen groeien, hun ziel zal zich breeder ontplooien, ze zullen verder zien, beter begrijpen, dieper voelen. Een paard, dat heel den winter werkeloos op stal heeft gestaan, kan niet heel ver loopen of ’t raakt ver moeit en bezweet. Een mensch, die niets dan rust en gemak en genot heeft gekend komt ook niet heel ver Zijn hersens worden als zemels zijn hart als een zak meel. In de krachtige, door ’t werken gespierde hand van den ijverigen werkman vormt zich als een pantser ’n dikke laag eelt, Zoo’n hand kan een stootje uitstaan en er komt niet zoo heel gauw bloed als er in geprikt wordt. Zoo zal de ziel van den man, die in den storm onbezweken aan ’t werk is gebleven, als met een pantser van eelt omringd worden, zoodat het niet gemakkelijk zal zijn die ziel te beschadigen. Er is ’n massa narigheid in de we reld. Dat is ’n waarheid als ’n koe. En men kan er net zooveel doekjes om winden als men wil, de horens van die koe zullen ei* altijd bovenuit blijven steken ten bewijze dat het beest er is en blijft waar het was. want weg te jagen is dat beest ook niet, door grappen niet en door vloe ken niet, door feesten niet en door vasten niet, door dokters niet en door soldaten niet. Ja, ’n massa na righeid is er nu eenmaal inde wereld en zal er wel altijd blijven zoolang de boel draait. Er is de ziekte. Ieder heeft het zelf of in z’n naaste omgeving wel eens ondervonden hoe neerdrn lekend het bezoek van die veeleischende gast werkt op het huis. Allen moe ten zich met haar bezighouden. Zij verbiedt den patiënt eerst het huis, dan de kamer, dan het bed te ver laten; zij dwingt hem met pijnlijke dwangmiddelen zijn aandacht bij haar en bij haar alleen te bepalen; zij beveelt de huisgenooten slechts fluisterend te praten zachtjes te loo pen, en lachen en zingen duldt zij niet waar zij op bezoek is. Den pa tiënt vertelt zij in lange, slapelooze nachten nare, akelige dingen: van scheiden en dood, van wanhoop en zonde; zij teek ent hem het slechte en BAARLE-NASSAU. (6 Onder de gemeente Baarle-Nassau behoort ook de parochie ULICOTEN 1eertijds Uliguotenbij onze dorps bewoners Uilekoten genoemd. Vroe ger was eene kapel, de zoogenaamde „Veldkapel” van Baarle. In 1803 werd het tot een zelfstandige paro chie verheven. Ulicoten dankt zijn naam moge lijk aan een resolutie van de moe derkerk van Baarle-Hertog, waar onder Zondereijgen en Ulicoten be hoorden er zou namelijk bij die gelegenheid gezegd zijn „gij zijt geen eigendom”, vandaar Zonder- eigen, en „dit is Ulie quota (uw aandeel) vandaar Uliequote of Ulico ten genoemd. De plaats schijnt wel zeer oud, want reeds in de 12de eeuw bevindt er zich een kapel aan O. L. Vr. en den H. Antonius toegewijd. In 1444 is de kapel vergroot en volgens het archief gewijd in de 15e eeuw. In 1648 na den vrede van Munster kwam zij aan de Protestanten, maar BAARL’S NIEUWS- EK ADVERTENTIEBLAD itóU.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1913 | | pagina 1